4.
Gebruik de [1] (V) en [3] (W) toetsen om
"DSPModle" (de DSP-bestemmingsmodule)
weer te geven.
Er verschijnt een DSP-modulenaam.
Modulenummer
M o n 1 B EQ
5.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om een
DSP-module te specificeren.
6.
Gebruik de [1] (V) en [3] (W) bm
cijfertoetsen om "DSPParam" (de DSP-
bestemmingsparameter) weer te geven.
De naam van de eerste parameter van de DSP-module
die u in stap 5 heeft geselecteerd verschijnt.
Parameternummer
EQ G a i n
7.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om de
parameter weer te geven die u wilt veranderen
wanneer dt MODULATION/ASSIGNABLE
wordt ingedrukt.
8.
Gebruik de [1] (V) en [3] (W) toetsen om
"DSPValue" (waarde wanneer DSP wordt
ingeschakeld) weer te geven.
9.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om de
instellingswaarde te veranderen die wordt
toegepast wanneer dt MODULATION/
ASSIGNABLE wordt ingedrukt.
10.
Wanneer de instelling naar wens is, houdt u de
[4] (EXIT) bm cijfertoets lang ingedrukt om het
instelscherm te verlaten.
• De toegewezen DSP-modules hangen af van de toon. Voer
de procedure uit onder "Gebruik van DSP-bewerking voor
het bewerken van een effect" (pagina NL-72) om de DSP-
modules voor elke toon te controleren.
DSP-modulenaam
Parameternaam
Veranderen van de toonhoogte in
stappen van een halve toon
(Transponeren)
De transponeerfunctie laat u de algehele toonhoogte van het
Digitale Keyboard verhogen of verlagen in stappen van een
halve toon. Met deze functie kunt u de toonschaal van het
toetsenbord bijstellen op een sleutel die beter past bij een
zanger, een ander muziekinstrument, enz.
Veranderen van de toonhoogte in eenheden
van een halve toon
1.
Druk op de ds TRANSPOSE [w] of [q] toets.
"Trans." verschijnt.
• U kunt de toonhoogte van het toetsenbord veranderen
binnen het bereik lopend van –12 tot 00 tot +12.
• Terwijl "Trans." wordt weergegeven, kunt u de bm
cijfertoetsen, bn [–] en [+] of de bl regelaar gebruiken
om de instelling te veranderen.
• Door op bk FUNCTION te drukken of gedurende een
bepaalde tijd geen bediening uit te voeren, zal "Trans."
verdwijnen.
• De [TRANSPOSE] indicator brandt wanneer de
transponeerinstelling op een andere waarde dan 0 (nul) is
ingesteld.
Veranderen van de toonhoogte
van elk gedeelte in eenheden van
een octaaf (Octaafverschuiving)
Met octaafverschuiving kunt u de toonhoogte van het
keyboard in eenheden van een octaaf verhogen of verlagen.
U kunt afzonderlijke octaafverschuiving-instellingen maken
voor elk van de toetsenbordgedeelten* (UPPER 1, LOWER 1,
UPPER 2, LOWER 2).
• U kunt ook voor elk gedeelte instellen hoeveel octaven er
verschoven moeten worden.
• Met de functie Snelle octaafverschuiving kunt u snel
octaven verschuiven overeenkomstig de instellingen die
vooraf voor een gedeelte zijn gemaakt.
* Zie "Meerdere tonen weergeven (Lagen en Splitsen)"
(pagina NL-19).
• De octaafverschuiving-instelling verandert automatisch
wanneer sommige tonen worden geselecteerd. Zie voor
details de "Octaafverschuiving" kolom in de toonlijst van de
afzonderlijke Appendix.
• Het geluid van Automatisch harmoniseren (pagina NL-52)
hangt af van de instelling voor het UPPER 1 gedeelte.
Besturen van klanken
Brandt
NL-35