Regist
Aanduiding
er
1407
Analoge ingang "Bedrijfs‐
modus"
1408
Analoge ingang "Stroom 1e
door gebruiker gedefinieerde
punt"
1410
Analoge ingang "Slagfre‐
quentie 1e door gebruiker
gedefinieerde punt"
1411
Analoge ingang "Doseercapa‐
citeit 1e door gebruiker gedefi‐
nieerde punt"
1413
Analoge ingang "Stroom 2e
door gebruiker gedefinieerde
punt"
1415
Analoge ingang "Slagfre‐
quentie 2e door gebruiker
gedefinieerde punt"
1416
Analoge ingang "Doseercapa‐
citeit 2e door gebruiker gedefi‐
nieerde punt"
1418
Analoge ingang "Storingsmel‐
ding stroom te hoog"
Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU
Type
Weergave / betekenis
Enum
Instelling van de analoge bedrijfsmodus:
0 - 0...20mA
1 - 4...20 mA
2 - 20...0mA
3 - 20...4mA
4 - LINEAIRE CURVE
5 - ONDERSTE ZIJBAND
6 - BOVENSTE ZIJBAND
FLOAT32
Voor de analoge bedrijfsmodi - LINEAIRE CURVE -
ONDERSTE ZIJBAND - BOVENSTE ZIJBAND,
wordt in deze parameter de stroomwaarde vastge‐
legd voor het eerste steunpunt op de referentielijn
"Stroom <-> Slagfrequentie/doseercapaciteit"
0.0 ... 20.0 mA
UINT16
Voor de analoge bedrijfsmodi - LINEAIRE CURVE -
ONDERSTE ZIJBAND - BOVENSTE ZIJBAND,
wordt in deze parameter de slagfrequentie vastge‐
legd voor het eerste steunpunt op de referentielijn
"Stroom <-> Slagfrequentie". Instelling uitsluitend in
bedrijfsmodus Auto Off
0 ... [max. slagfrequentie] slagen/h
FLOAT32
Voor de analoge bedrijfsmodi - LINEAIRE CURVE -
ONDERSTE ZIJBAND - BOVENSTE ZIJBAND wordt
in deze parameter de doseercapaciteit" vastgelegd
voor het eerste steunpunt op de referentielijn
"Stroom <-> Doseercapaciteit". Instelling uitsluitend
in bedrijfsmodus Auto On
0 ... [max. doseercapaciteit] l/h
FLOAT32
Voor de analoge bedrijfsmodi - LINEAIRE CURVE -
ONDERSTE ZIJBAND - BOVENSTE ZIJBAND,
wordt in deze parameter de stroomwaarde vastge‐
legd voor het tweede steunpunt op de referentielijn
"Stroom <-> Slagfrequentie/doseercapaciteit"
0.0 ... 20.0 mA
UINT16
Voor de analoge bedrijfsmodi - LINEAIRE CURVE -
ONDERSTE ZIJBAND - BOVENSTE ZIJBAND,
wordt in deze parameter de slagfrequentie vastge‐
legd voor het tweede steunpunt op de referentielijn
"Stroom <-> Slagfrequentie". Instelling uitsluitend in
bedrijfsmodus Auto Off
0 ... [max. slagfrequentie] slagen/h
FLOAT32
Voor de analoge bedrijfsmodi - LINEAIRE CURVE -
ONDERSTE ZIJBAND - BOVENSTE ZIJBAND,
wordt in deze parameter de doseercapaciteit" vast‐
gelegd voor het tweede steunpunt op de referentielijn
"Stroom <-> Doseercapaciteit". Instelling uitsluitend
in bedrijfsmodus Auto On
0 ... [max. doseercapaciteit] l/h
BOO‐
0 - STORING NIET MELDEN
LEAN
1 - STORING MELDEN
43