Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS
Naam
Nr.
Maximale
9
frequentie
Voorkeuze
10, 11
charge
Charge-start 12
Charge-
13
geheugen
Restslagen
14
Factor
15, 16
extern
Extern
17
geheugen
Slaglengte
18
Doseerbe‐
19
waking
Concentratie 20
Fout
21
68
®
Type
Beschrijving
UINT16
Maximale doseerfrequentie in slagen/uur (0...12000).
Overeenkomstig de ingestelde doseermodus kan de
max. frequentie aanzienlijk lager zijn dan in de normale
modus.
UINT32
Aantal slagen in chargebedrijf per activering. (0...99999).
BYTE
Wijzigt de waarde wijzigt van 1 naar 0, wordt tijdens char‐
gebedrijf een chargedosering geactiveerd. Charges
kunnen ook via de contactingang worden geactiveerd.
BYTE
Is het charge-geheugen geactiveerd en wordt tijdens een
lopende chargedosering een nieuwe charge geactiveerd,
wordt het aantal nog te doseren slagen vergroot met de
nieuwe charge.
Bij een niet-geactiveerd geheugen worden de resterende
slagen van de nog niet verwerkte charge gewist en wordt
de nieuwe charge afgewerkt.
UINT32
De slagen die bij een chargedosering nog moeten
worden afgewerkt.
UINT16
Factor, waarmee de inkomende pulsen worden verme‐
nigvuldigd. De factor wordt weergegeven in honderdsten.
Het waardenbereik ligt tussen 1...9999 - de factor is dan
0,01...99,99.
BYTE
Net als bij de chargedosering, worden bij hoge factoren
ook hier de waarden opgeteld of worden de resterende
slagen gewist.
BYTE
Ingestelde slaglengte bij de pomp (0...100%)
BYTE
Bij geïnstalleerde doseerbewaking kan deze worden
ingeschakeld (1). Uitschakelen is (0).
FLOAT
Is bij de pomp de concentratieberekening geactiveerd,
kan de actuele concentratie hier worden afgelezen.
UINT16
Bit
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Naam
Functie
Minimum
Doseervloeistofniveau te
laag
Batch
Te veel doseerslagen >
100000
Analoge stroom is kleiner
dan 4 mA
Analoog >
Analoge stroom is groter
23mA
dan 23 mA
Doseerbe‐
Doseerbewakingsfout
waking
Membraan‐
Defect membraan in de
breuk
doseerkop
Airlock
Lucht in doseerkop
Overdruk
Overdruk in hydraulisch
systeem
-
-
-
-