Naam
Nr.
Start-stop
2
Reset
3
Mode
4, 5
Frequentie
6, 7
Actuele fre‐
8
quentie
Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS
Type
Beschrijving
20
21
22
23
24
25
26
27
28
BYTE
Komt overeen met de toets start-stopschakelaar, als
start-stop = 0, wordt de pomp gestopt.
BYTE
Wijzigt de waarde voor "Reset" van 1 naar 0, wordt het
interne pompgeheugen gewist (bijv. bij een chargedose‐
ring) en - voor zover mogelijk - worden aanwezige fouten
gewist.
BYTE
Waarde
0
1
2
3
4
UINT16
Ingestelde doseerfrequentie in slagen/uur (0... "Maximale
frequentie").
UINT16
Daadwerkelijke doseerfrequentie in slagen/uur (0...
"Maximale frequentie").
Concentratie De concentratieberekening
is geactiveerd
-
-
-
-
Airlock
De besturing van het aan‐
drijfsysteem meldt lucht in
doseerkop
Overdruk
De besturing van het aan‐
drijfsysteem meldt "Te hoge
tegendruk"
Drukloos
De besturing van het aan‐
drijfsysteem meldt "Geen
tegendruk"
Ontluchting
Pomp ontlucht op dit
moment
-
Altijd true
Directe
Pomp werkt in de directe
modus
modus (beperkte functiebe‐
reik)
Naam
Beschrijving
Stop
De pomp is bedrijfsgereed,
doseert echter niet.
Handmatig
De pomp doseert continu
met de ingestelde fre‐
quentie.
Charge
Bij activering doseert de
pomp het bij de batchvoor‐
keuze ingestelde aantal
slagen.
Contact
De pomp doseert het aantal
slagen, dat is berekend uit
"Aantal activeringen *
Factor extern".
Analoog
De pomp doseert op basis
van het analoge signaal en
de voor de pomp ingestelde
bedrijfsmodus
®
„Analoog" .
67