4. Haal de moer en ring los waarmee het wiel is
bevestigd en verwijder het wiel.
5. Verwijder de wielmotor door de 4 schroeven (Torx
20) in de wielmotorsteun los te draaien.
6. Monteer de nieuwe wielmotor en draai de schroeven
(Torx 20) vast met het aanbevolen aanhaalmoment.
7. Monteer in omgekeerde volgorde van verwijderen.
5.16.2 Het achterwiel vervangen
1. Draai het product ondersteboven en plaats het op
een zachte en schone ondergrond om schade aan
het product te voorkomen.
2. Druk op de twee klemmen en trek het achterwiel
omhoog.
3. Monteer in omgekeerde volgorde van verwijderen.
5.17 De afdichtstrips vervangen
Er zit een afdichtstrip tussen de bovenste helft en de
onderste helft van het chassis van het product.
OPGELET: Er moet een afdichtstrip van 5 mm
worden gebruikt. De afdichting is wellicht niet
1936 - 001 - 27.01.2023
afdoende als de verkeerde afdichtstrip wordt
gebruikt.
1. Lijn het eerste uiteinde van de afdichtstrip uit met de
markering op het chassis.
2. Leg de afdichtstrip verder rechtsom rond het
onderste chassis.
3. Leg het tweede uiteinde van de afdichtstrip over het
eerste uiteinde en leid het vervolgens het kanaal uit.
Bevestig de afdichtstrip in de houder.
5.18 Het laadstation
5.18.1 De laadtoren vervangen
De laadtoren bestaat uit de contactplaatjes en de
printplaat van het laadstation. Deze kunnen niet apart
worden vervangen. De volledige laadtoren moet als
eenheid worden vervangen.
Als de accu van het product niet wordt opgeladen of
geen contact kan maken met het laadstation, kan dit
worden veroorzaakt door versleten contactplaatjes in het
laadstation. Controleer ook de contactplaatjes op het
product.
1. Ontkoppel de voeding.
2. Koppel alle kabels los van het laadstation.
Reparatie-instructies - 19