8 Instellingen
4.
Druk op BEVESTIGEN om de wijziging over te nemen.
Meer informatie over de protocolformaten 0, 1 en 2 vindt u onder
[} pagina 46].
Netwerk instellen
LET OP
Voor de instelling in het (praktijk)netwerk is diepere kennis van netwerktechniek nodig.
Fouten in de omgang met IP-adressen kunnen storingen en gegevensverlies in uw (praktijk)netwerk tot gevolg
hebben.
n
Het instellen van IP-adressen mag enkel door de systeemadministrator van het (praktijk)netwerk
uitgevoerd worden.
In het submenu Netwerk kunnen de netwerkinstellingen voor de protocolopstelling worden gewijzigd.
Aan het volgende moet zijn voldaan of moet aanwezig zijn:
ü
Het menu Instellingen > Protocolinstellingen is geopend.
1.
Druk nogmaals op VOOR/TERUG, totdat Netwerk wordt
weergegeven.
2.
Druk op BEVESTIGEN.
Ê
Er kunnen instellingen voor MELAtherm-IP, verbindingstype, FTP-wachtwoord, TCP-poort, computer-IP, MELAprint-
EDM-IP, gateway-IP en subnetmasker worden geconfigureerd.
MELAtherm-IP, computer-IP, MELAprint-EDM-IP, gateway-IP, subnetmasker
Hieronder wordt de instelling van MELAtherm-IP beschreven. De instelling van de andere parameters gebeurt volgens
dezelfde procedure.
Aan het volgende moet zijn voldaan of moet aanwezig zijn:
ü
Het menu Instellingen > Protocolinstellingen > Netwerk is geopend.
1.
Druk nogmaals op VOOR/TERUG, totdat MELAtherm-IP wordt
weergegeven.
2.
Druk op BEVESTIGEN wanneer een wijziging moet worden
uitgevoerd.
52
Formaat voor programmaprotocollen vastleggen