Inhoudsopgave
Advertenties
Probleem
Mogelijke oorzaken
140
De ventilator van de diffusor werkt niet correct.
141
De doseerpomp van de neutralisator werkt niet
correct. Het doseersysteem is evt. verstopt.
142
De doseerpomp van het glansspoelmiddel werkt
niet correct. Het doseersysteem is evt. verstopt.
143
Het magneetventiel voor koud water schakelt niet.
144
Het magneetventiel voor de regeneratie schakelt
niet.
145
Het magneetventiel van de dampcondensor
schakelt niet.
146
Het magneetventiel van de VO-toevoerslang
schakelt niet.
147
Het magneetventiel van de koudwatertoevoerslang
schakelt niet.
154
Het temperatuurverschil van de beide
temperatuursensoren (temperatuur regeling en
155
temperatuur protocol) in de waskamer is te groot.
156
De temperatuursensor voor de bewaking van het
droogproces werkt niet naar behoren.
159
De verzameltank werd niet volledig geledigd.
160
De grove of fijne zeef is vervuild.
161
De voor de droging benodigde druk in de waskamer
wordt niet bereikt.
162
De benodigde spoeldruk wordt niet bereikt.
163
De doseerpomp van het reinigingsmiddel werkt niet
correct. Het doseersysteem is evt. verstopt.
165
De ventilator van de display werkt niet correct.
166
De ventilator van de diffusor werkt niet correct.
167
De doseerpomp van de neutralisator werkt niet
correct. Het doseersysteem is evt. verstopt.
168
De doseerpomp van het glansspoelmiddel werkt
niet correct. Het doseersysteem is evt. verstopt.
169
Het magneetventiel voor koud water schakelt niet.
Oplossing
1.
Schakel het apparaat uit en opnieuw in.
2.
Start het programma opnieuw.
1.
Schakel het apparaat uit en opnieuw in.
2.
Start het programma opnieuw.
1.
Schakel het apparaat uit en opnieuw in.
2.
Start het programma opnieuw.
1.
Schakel het apparaat uit en opnieuw in.
2.
Start het programma opnieuw.
1.
Schakel het apparaat uit en opnieuw in.
2.
Start het programma opnieuw.
1.
Schakel het apparaat uit en opnieuw in.
2.
Start het programma opnieuw.
1.
Schakel het apparaat uit en opnieuw in.
2.
Start het programma opnieuw.
1.
Schakel het apparaat uit en opnieuw in.
2.
Start het programma opnieuw.
1.
Schakel het apparaat uit en wacht gedurende
ca. 30 min bij een geopende deur.
2.
Schakel het apparaat opnieuw in en start het
programma opnieuw.
1.
Schakel het apparaat uit en wacht gedurende
ca. 30 min bij een geopende deur.
2.
Schakel het apparaat opnieuw in en start het
programma opnieuw.
1.
Schakel het apparaat uit en opnieuw in.
2.
Start het programma opnieuw.
1.
Schakel het apparaat uit.
2.
Reinig de grove en de fijne zeef, zie
ge controle en reiniging
3.
Schakel het apparaat opnieuw in en start het
programma opnieuw.
1.
Schakel het apparaat uit en opnieuw in.
2.
Start het programma opnieuw.
1.
Schakel het apparaat uit en opnieuw in.
2.
Start het programma opnieuw.
1.
Schakel het apparaat uit en opnieuw in.
2.
Start het programma opnieuw.
1.
Schakel het apparaat uit en opnieuw in.
2.
Start het programma opnieuw.
1.
Schakel het apparaat uit en opnieuw in.
2.
Start het programma opnieuw.
1.
Schakel het apparaat uit en opnieuw in.
2.
Start het programma opnieuw.
1.
Schakel het apparaat uit en opnieuw in.
2.
Start het programma opnieuw.
1.
Schakel het apparaat uit en opnieuw in.
2.
Start het programma opnieuw.
12 Bedrijfsstoringen
Regelmati-
[} pagina 66].
81
Advertenties
Inhoudsopgave
