VEILIG WERKEN
Zorgvuldig werken is uw beste verzekering tegen
ongevallen.
Lees
de
gebruikershandleiding
voordat u het voertuig gebruikt, en zorg ervoor dat u de
inhoud heeft begrepen.
Alle bestuurders, ongeacht hoe ervaren zij zijn, moeten
deze en alle overige gerelateerde handleidingen lezen,
voordat zij het voertuig of enig eraan gekoppeld
werktuig
mogen
gebruiken.
verantwoordelijkheid
van
bestuurders worden geïnstrueerd over veilig gebruik
van de trekker.
VOOR HET GEBRUIK VAN HET
VOERTUIG
Zorg ervoor dat u bekend bent met uw machine en de
beperkingen ervan. Lees deze handleiding volledig
door voordat u het voertuig start en gebruikt.
1. Algemeen
• Let speciaal op de veiligheidspictogrammen op het
voertuig.
• Verwijder
bij
geen
kantelbeveiligingsinrichting (ROPS) en maak altijd
de veiligheidsgordels vast. Deze combinatie zal het
gevaar voor ernstig letsel of de dood beperken in
het geval dat het voertuig kantelt.
Als de cabine of ROPS om welke reden dan ook
wordt losgemaakt of verwijderd, zorg er dan voor
dat
alle
onderdelen
gemonteerd alvorens het voertuig te gebruiken.
Wijzig of repareer nooit een ROPS, want lassen,
buigen, boren, schuren of snijden kunnen de
structuur zwakker maken.
Vervang bij uw lokale KUBOTA-dealer de hele
structuur als een structureel onderdeel van de
ROPS beschadigd is.
RTV-X1110
aandachtig
door
Het
is
de
de
eigenaar,
dat
alle
enkel
gebruik
de
weer
correct
worden
VEILIG WERKEN
(1) ROPS
• Draag altijd uw veiligheidsgordels. Controleer de
veiligheidsgordels regelmatig en vervang deze
indien rafelig of beschadigd.
• Bedien het voertuig of aangekoppelde werktuigen
niet terwijl u onder invloed bent van alcohol,
medicijnen, gereguleerde stoffen of als u moe bent.
• Controleer zorgvuldig de nabije omgeving alvorens
het voertuig of aangekoppelde werktuigen te
bedienen. Controleer op voldoende speling, die
door de cabine of ROPS beïnvloed kan worden.
Laat geen omstanders toe rondom of nabij het
voertuig tijdens het bedienen.
• Laat niemand onder de 16 jaar of zonder een geldig
rijbewijs dit voertuig bedienen.
• Leg de bediening van het voertuig uit en laat deze
handleiding lezen aan andere personen alvorens u
hen toestaat uw voertuig te gebruiken.
• Draag
nooit
loszittende,
volumineuze kleding in de buurt van het voertuig.
Dit
kan
aan
bedieningselementen blijven hangen, waardoor de
kans op een ongeval ontstaat. Gebruik indien nodig
of van toepassing extra veiligheidsitems, bijv. een
helm, veiligheidslaarzen of -schoenen, oog- en
oorbescherming, handschoenen, etc.
• Naast de bestuurder mag slechts 1 passagier in het
voertuig rijden.
Minimumleeftijd voor passagiers is 5 jaar oud.
• Houd alle beschermkappen op hun plaats en blijf uit
de buurt van alle bewegende delen.
• Controleer
de
snelheidsregelingspedaal, en andere mechanische
onderdelen op slechte afstelling en slijtage.
Vervang versleten of beschadigde onderdelen
onmiddellijk. Controleer regelmatig of alle moeren
en bouten goed vastzitten. (Zie ONDERHOUD op
pagina 74.)
(2) Veiligheidsgordel
gescheurde
bewegende
delen
remmen,
of
of
de
7