PARKEERREM
2
3
1
Vastzetten van de parkeerrem
Handbediening
Trek aan de handgreep 1 en laat de-
ze weer los.
Automatische werking (afhankelijk
van het land)
De parkeerrem houdt de auto auto-
matisch stil als de motor wordt stil-
gezet door een druk op de start/
stopknop van de motor.
In alle andere gevallen,
bijvoorbeeld afslaan van
de motor, wordt de par-
keerrem
niet
tisch vastgezet. De handbedie-
ning moet dan gebruikt worden.
2.12
Het vastzetten van de parkeerrem
wordt bevestigd door het continu
branden van het lampje 3 op het
dashboard en van het lampje 4 op
het instrumentenpaneel. De lampjes
3 en 4 gaan uit bij het vergrendelen
van de portieren. De boodschap
"parkeerrem vastgezet" verschijnt
op het instrumentenpaneel.
N.B.:
Als bij het openen van het bestuur-
dersportier de parkeerrem niet is
vastgezet (bijvoorbeeld doordat de
motor is afgeslagen), klinkt gedu-
rende 15 secondes een geluidssig-
naal en verschijnt de boodschap
"parkeerrem vrijgezet" op het in-
strumentenpaneel.
In dat geval moet voor het stil zetten
van de auto, de handgreep 1 uitge-
trokken en weer losgelaten worden.
Voor bepaalde landen is de automa-
tische werking van het vastzetten
niet ingeschakeld. Raadpleeg de pa-
ragraaf "handbediening".
Het vastzetten is te zien aan het
continu branden van het lampje
automa-
3 op het dashboard en van het
lampje 4 op het instrumentenpa-
neel.
Controleer, voordat u de
auto verlaat, of de par-
keerrem
inderdaad
is
vastgezet.
4
Vrijzetten van de parkeerrem
Handbediening
Om de parkeerrem vrij te zetten:
bij draaiende motor trekt u aan gren-
del 1 terwijl u op het grendelknopje
2 drukt en laat u weer los. Het lamp-
je 3 en het lampje 4 gaan uit.
Automatische werking
Het vrijzetten gebeurt automatisch
zodra u gas geeft om weg te rijden.
De boodschap "parkeerrem vrijge-
zet" verschijnt op het instrumenten-
paneel.