AUTOGORDELS
Gebruik tijdens het rijden altijd de
autogordel. Het niet dragen van de
gordel is gevaarlijk en strafbaar.
Voordat u wegrijdt:
- stel eerst de stoel af in de voor u
ideale stand,
- en stel vervolgens de gordel op de
hierna aangegeven wijze af.
Een verkeerd afgestelde
autogordel kan bij een
ongeval letsel veroorza-
ken.
Zwangere vrouwen moeten ook
hun gordel dragen. Let in dat ge-
val op dat de heupgordel niet te
veel op de onderbuik drukt, zon-
der dat de gordel te los gedragen
wordt.
1.26
De juiste zithouding
• Ga goed diep in uw stoel zitten
(na uw mantel, jas enz. uitgetrok-
ken te hebben).
Dit is belangrijk voor een goede
ondersteuning van de rug.
• Verschuif de stoel zodat u mak-
kelijk bij de pedalen kunt komen.
Plaats de stoel zo ver naar achte-
ren dat u het koppelingspedaal
nog net geheel kunt indrukken.
Stel de rugleuning zo af dat u de
armen moet strekken om bij de
bovenkant van het stuurwiel te
kunnen komen.
• Stel de hoofdsteun af. De afstand
tussen de hoofdsteun en uw ach-
terhoofd moet zo klein mogelijk
zijn.
• Stel de hoogte van het zitkussen
af. Verstel het kussen om een zo
goed mogelijk zicht op het ver-
keer te hebben.
• Stel de stand van het stuurwiel
af.
1
2
Afstellen van de autogordel
Ga goed tegen de rugleuning aan zit-
ten.
De band van de schoudergordel 1
moet zo dicht mogelijk langs de hals
over de schouder lopen.
De band van de heupgordel 2 moet
vlak over de heupen langs het bek-
ken lopen.
De autogordel moet zo direct moge-
lijk tegen het lichaam gedragen wor-
den en niet over bijv. te dikke kle-
ding of over ertussen gestoken
voorwerpen.