4.
Druk op de R-13 (FUNCTION) toets of op de
R-15 (EXIT) toets om een bepaald menu te
verlaten.
• Merk op dat alle functiemenu instellingen die u
configureerde terugkeren naar hun oorspronkelijke
instellingen telkens wanneer u het Digitale Keyboard
uitschakelt. U kunt het Digitale Keyboard configureren
zodat het de laatste instellingen opslaat of om van te
voren ingestelde default instellingen toe te passen
telkens wanneer u het instrument inschakelt. Zie
"AutoResume (Automatisch Hervatten)" (pagina D-134)
en "Default (Defaultinstellingen)" (pagina D-134) voor
details.
• Bepaalde instellingen van het functiemenu kunnen ook
opgeslagen worden naar het registratiegeheugen. Zie
"Opslaan van keyboard basisinstellingen in het
registratiegeheugen" (pagina D-66) voor details.
Instellingen van het functiemenu
Dit hoofdstuk geeft uitleg over de betekenis van elke
functiemenu instelitem en voorziet in informatie aangaande
de instelbereiken en oorspronkelijke defaultwaarden.
• De oorspronkelijke defaultinstelling voor elk item wordt
aangegeven door een asterisk (*).
Tune (Stemmen)
Fijn afstemmen van de algehele toonschaal van het
toetsenbord in stappen van 0,1 Hz.
*
A4=415,5 - 440,0
- 465,9 Hz
• Het veranderen van de stemwaarde heeft geen invloed op
de geluidsweergave (pagina D-126).
EQ (Equalizer)
Een van de vijf voorkeuzes kan geselecteerd worden om de
alghele frequentiekarateristieken van het geluid te
veranderen.
*
oFF
:Equalizer uit
Soft
:Onderdrukte hoge tonen voor een zachter geluid
Bright
:Onderdrukte hoge tonen voor een helderder geluid
B.Boost :Versterkte lagere tonen (Bass Boost)
Powerful :Verhoogd volume
B
Performance (Spel/Begeleiding) Groep
• U kunt dit groepscherm direct tonen zonder via het
functiemenu te gaan. Houd terwijl het spanning-aan scherm
getoond wordt de R-13 (FUNCTION) toets ingedrukt terwijl
u op de C-17 (MENU) toets drukt.
Touch (Aanslagvolume)
Selecteer een van de instellingen hieronder om de relatie te
specificeren tussen de toetsgevoeligheid en het nootvolume.
oFF : Constant nootvolume ongeacht de druk op de
klaviertoetsen
*
1
: Normaal
2
: Sterk geluid zelfs bij weinig druk
TchOffVel (Toets loslaatsnelheid)
Specificeert de instelling van de aanslagsnelheidwaarde
wanneer de aanslaginstelling uitgeschakeld is.
000 - 100
Ped.Setting (Pedaalinstelling)
■ Ped.Assign (Pedaaltoewijzing)
Specificeert de bewerking van het pedaal dat aangesloten is
op T-3 (SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK).
*
SUS
: Aanhoudpedaal
SSt : Sostenuto pedaal
SFt : Zacht pedaal
rHy : Ritme start/stop schakelaar
■ Upper1, Upper2, Lower, A.HAR.
Deze instellingen specificeren on* (effect uitgeoefend) of oFF
(effect niet uitgevoerd) voor de UPPER 1, UPPER 2, LOWER
en Automatische Harmonisatiegedeelten voor de werking die
op dat moment toegewezen is aan het pedaal.
Upper1 : UPPER 1
Upper2 : UPPER 2
Lower : LOWER
A.HAR. : Automatisch harmoniseren
• Wanneer de pedaaltoewijzingsinstelling "rHy" is, worden de
aan/uit instellingen van deze onderdelen gedeactiveerd en
fungeert het pedaal als een ritme start/stop schakelaar.
Gaat branden
Gebruiken van het functiemenu
*
- 127
D-131