Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Symptoom
Automatische scherpstelling
functioneert niet.
Beeld is donker.
Bij opname van een helder
onderwerp verschijnen verticale
strepen in het beeld.
Er verschijnen zwarte stippen op
de LCD-monitor of rode en
blauwe, groen strippen kunnen
niet van het scherm worden
verwijderd.
Het beeld in de zoeker of
LCD-display is wazig.
Het beeld wordt verkeerd belicht.
Het beeld wordt verkeerd belicht
met gebruik van de flitser.
De flitser werkt niet.
NL
114
Oorzaak
De AF schakelaar is op MF
(handmatige scherpstelling)
gesteld.
U probeert beelden op te nemen
waarvoor de automatische
scherpstelling niet werkt.
Het onderwerp wordt
tegenbelicht. Er is onvoldoende
licht.
Deze strepen zijn onvermijdelijk.
Voor het vloeibare kristallen
display is een nauwkeurige
technologie gebruikt.
De dioptrie is niet goed
ingesteld.
De EV-compensatie is ingesteld.
De sluitertijd voorkeurfunctie
AE is ingesteld en de sluitertijd
is verkeerd.
De flitser is te ver van het
onderwerp.
Er is voldoende licht en u hoeft
de flitser niet te gebruiken (met
de flitser op Auto gesteld).
De flitser is op Off gesteld.
Maatregelen
Stel de AF schakelaar op AF
(automatische scherpstelling).
Stel handmatig scherp.
(bladzijde 38)
Stel de helderheid in.
(bladzijde 57)
De camera werkt wel goed.
De camera functioneert juist.
Deze stippen worden niet met het
beeld opgenomen.
Stel de zoeker op uw zicht af.
(bladzijde 34)
Stel de EV-compensatie op +/- 0
en probeer het beeld opnieuw op
te nemen. (bladzijde 57)
Stel een geschikte sluitertijd in
met de keuzeschijf. (bladzijde 52)
Gebruik de flitser op een afstand
van ongeveer 1 tot 2,5 meter.
Stel de flitser op On wanneer u
altijd, ongeacht de
omstandigheden, de flitser wilt
gebruiken. (bladzijde 80)
Stel de flitser op Auto of On.
(bladzijde 80)
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
