Symptoom
Beeld wordt niet opgenomen
wanneer u op de sluitertoets drukt.
Verticale strepen verschijnen rond
lampen of vlammen, etc. die
tegen een donkere achtergrond
worden opgenomen.
De automatische scherpstelling
functioneert niet bij opnamen in
het donker.
Beelden kunnen niet met de
camera worden weergegeven.
Beeld kan niet worden gewist.
Ruis in het beeld of het beeld op
de LCD-monitor wordt verstoord.
Oorzaak
Er is geen kaart in de camera
geplaatst.
De kaart is vol.
De nummering van de vastge
legde beelden heeft de 99999
bereikt.
Het contrast tussen de
achtergrond en het op te nemen
onderwerp is te sterk.
De automatische scherpstelling
functioneert waarschijnlijk niet
juist wanneer u 's nachts
fotografeert of het onderwerp
donker is.
De spanning-/functieschijf is
niet op PLAY gesteld.
De accu is bijna leeg.
Er zijn geen beelden op de kaart
vastgelegd.
Het beeld is beschermd of de
hele kaart is tegen wissen
beschermd.
De camera is in de buurt van
apparatuur met sterke
elektromagnetische straling,
bijvoorbeeld een tv.
Maatregelen
Plaats een kaart in de camera.
(bladzijde 29)
Plaats een nieuwe kaart.
Verander de beeldkwaliteit of wis
onnodige beelden. Controleer het
aantal resterende opnamen en
probeer opnieuw.
(bladzijden 55, 88)
Plaats een nieuwe kaart en kies
een lager beginnummer dan
99999.
Dit is normaal en duidt niet op
een defect van de camera.
Stel handmatig scherp.
Stel de spanning-/functieschijf op
PLAY.
Laad de accu op. (bladzijde 23)
Neem beelden op en leg op de
kaart vast.
Annuleer de bescherming.
(bladzijde 93)
Annuleer de bescherming voor de
kaart door het wispreventienokje
op OFF te stellen.
Plaats de camera uit de buurt van
dergelijke apparatuur.
NL
115