Event Log (incidentenlog)
Klik op de hyperlink om het relais-logbestand te bekijken. Het relais-logbestand bevat de datum en
de tijd van elke relais-activering en –deactivering, evenals de status van elke vergrendeling,
niveauschakelaar of generieke digitale ingang.
Type incident
Relaisuitgang
Vergrendeling DI
Niveauschakekaar
DI
Generiek DI-alarm
geselecteerd
Generiek DI-geen
alarm geselecteerd
Een venster zal opengaan om te vragen of u het bestand wenst te openen of op te slaan. Selecteer de
gewenste methode. Het bestand is in .csv-formaat (variabelen gescheiden door een komma) dat
geopend kan worden in een rekenbladprogramma zoals Excel.
6.22 Relay 1-8 Outputs – Intermittent (Fixed Blowdown Time)
(Menu's Relaisuitgangen 1 - 8 – Types "Onderbroken (vaste aflaattijd)"
Deze pagina wordt gebruikt om de ketel te regelen waarbij de geleidbaarheid geregeld
gecontroleerd wordt, en als die boven het instelpunt ligt, wordt het relais gedurende een vaste tijd
geactiveerd. De volgende sequentie wordt tijdens een bemonstering doorlopen:
het relais doet de regelkraan open gaan, waardoor een monster van het ketelwater langs de elektrode
kan stromen. De klep blijft open gedurende de tijd die geprogrammeerd is in de
"Bemonsteringsduur" .
Het relais wordt gedeactiveerd en sluit de regelkraan. Het monster wordt in de leiding gehouden
gedurende de tijd die geprogrammeerd is in de "Houdtijd".
Aan het einde van de houdtijd, leest de controller de geleidbaarheid af en vergelijkt die met het
instelpunt.
Als de waarde boven het instelpunt ligt, wordt het relais geactiveerd en opent het de klep gedurende
de geprogrammeerde aflaattijd.
De klep gaat weer dicht en het monster wordt behouden.
Als de geleidbaarheid nog te hoog is, wordt de aflaattijd herhaald.
Dit gaat zo door tot de geleidbaarheid onder het instelpunt valt.
De klep gaat dicht en zal pas opnieuw geactiveerd worden als de intervaltijd is afgelopen.
U kunt hier ook de relaismodus veranderen. Als u dit doet, zult u ook "Toewijzing ingangen"
opnieuw moeten selecteren.
Deze sectie veronderstelt dat voor de relaismodus onderbroken (vaste aflaattijd) is gekozen. De
andere types van regelmodi (werkwijzen) zijn beschreven in de andere secties van de Handleiding.
Status om een "1" te genereren
in de log
Relais geactiveerd
In vergrendelde toestand zoals op
de vergrendelingspagina
gedefinieerd
In de toestand "laag alarm" zoals
op de pagina van de
niveauschakelaars gedefinieerd
In alarmtoestand zoals op de
pagina van de generieke ingangen
gedefinieerd
Schakelaar gesloten
105
Status om een "0" te genereren in de
log
Relais niet geactiveerd
In niet-vergrendelde toestand zoals op
de vergrendelingspagina gedefinieerd
In normale toestand zoals op de pagina
van de niveauschakelaars gedefinieerd
In normale toestand zoals op de pagina
van de generieke ingangen gedefinieerd
Schakelaar open