On-Delay Time ("Aan"-vertragingstijd)
Om te vermijden dat u verwittigd wordt van een alarmtoestand die snel automatisch weer hersteld
wordt, stelt u een vertragingstijd in voor het alarm. Als de alarmtoestand aan het einde van de
vertragingstijd nog steeds bestaat, zal het alarmrelais worden geactiveerd. Als de alarmtoestand aan
het einde van de vertragingstijd niet meer bestaat, zal er geen kennisgeving gebeuren. Elke waarde
tussen 0 en 1440 minuten is aanvaardbaar.
Power-up Alarm Delay Time (Vertragingstijd Automatisch kiezen)
Om te vermijden dat u verwittigd wordt van een alarmtoestand die enkel aan het opstarten van het
systeem te wijten is, stelt u een vertragingstijd in voor het alarm. Als de alarmtoestand aan het einde
van de vertragingstijd nog steeds bestaat, zal het alarmrelais worden geactiveerd. Als de
alarmvoorwaarde niet langer bestaat aan het einde van de vertragingstijd, zal er geen kennisgeving
gebeuren. Elke waarde tussen 0 en 1440 minuten is aanvaardbaar.
Als dit relais een droog contact is
Gebruik dit onderdeel als op het in deze controller geïnstalleerde relaisbord een droog contactrelais
in de stand staat waarin het relais als een alarm geprogrammeerd wordt. Kijk naar het relaisbord en
zoek het relaisnummer dat u als het alarm programmeert. Als zijn klemmen van het label NC en
COM voorzien zijn, is het een droog contact.
Klik op het keuzerondje naast de beschrijving van de manier waarop u het alarmrelais wilt laten
werken. Normaal wordt het relais gesloten als een alarmtoestand bestaat, maar u kunt het relais ook
openen.
Als dit relais inwendig gevoed wordt
Gebruik dit onderdeel als op het in deze controller geïnstalleerde relaisbord een relais dat inwendig
gevoed wordt in de stand staat waarin het relais als een alarm geprogrammeerd wordt. Kijk naar het
relaisbord en zoek het relaisnummer dat u als het alarm wilt programmeren. Als zijn klemmen van
het label NC en NO voorzien zijn, wordt het inwendig gevoed.
Klik op het keuzerondje naast de beschrijving van de manier waarop u het alarmrelais wilt laten
werken. Normaal wordt de NO (normally open)-klem bekrachtigd als een alarmtoestand bestaat,
maar u kunt ook de NC (normally closed)-klem bekrachtigen.
Mutual Interlocks (Wederzijdse vergrendelingen)
Klik op de aankruisvakjes om de relais te selecteren of te deselecteren die u gedwongen wil
deactiveren als deze Uitgangsrelais ingeschakeld is. Als er geen enkele andere uitgang moet worden
onderbroken wanneer dit relais bekrachtigd wordt, maak dan alle selecties ongedaan. De keuze is
wederzijds exclusief, wat betekent dat als Relais 2 Relais 4 vergrendeld heeft, R2 daarna niet zal
geactiveerd worden als R4 geactiveerd is, en R4 zal niet geactiveerd worden als R2 al geactiveerd
is. Deze functie dient omzichtig gebruikt te worden aangezien ze een gedurende een lange tijd een
zekere vertraging kan veroorzaken in het toevoeren van chemicaliën.
134