Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Walchem WebMaster ONE Handleiding pagina 84

Inhoudsopgave

Advertenties

Status
Dit geeft weer of het huidige niveau in het vat "Normaal" is of in de toestand "Laag alarm".
Mogelijke statusberichten voor niveausondes zijn; Normaal (alles in orde), sensorfout (het
sensorsignaal is ongeldig), boven de toegestane max.-grens (tussen 20 en 21 mA), onder de
toegestane minimumgrens (tussen 3,9 en 4,0 mA), laag alarm of storing in de gedrukte schakeling.
Full Volume (Volledig vol )
Tik in het tekstvak het volume in van een vol vat.
mA when tank is "empty" (mA wanneer het vat "leeg" is)
Tik in het tekstvak het mA-uitgangssignaal dat de niveausonde zal zenden wanneer het vat leeg is.
mA when tank is "full" (mA wanneer het vat "vol" is)
Tik in het tekstvak het mA-uitgangssignaal dat de niveausonde zal zenden wanneer het vat vol is.
High-High Alarm Limit (Hoog-hoog alarmlimiet)
Voer in het tekstvak de proceswaarde van de sensor in vanaf waar u een hoog-hoog alarm wilt laten
genereren.
High-High Alarm Limit (Hoog alarmlimiet)
Voer in het tekstvak de proceswaarde van de sensor in vanaf waar u een hoog alarm wilt laten
genereren.
High-High Alarm Limit (Laag alarmlimiet)
Voer in het tekstvak de proceswaarde van de sensor in vanaf waar u een laag alarm wilt laten
genereren.
High-High Alarm Limit (Laag-laag alarmlimiet)
Voer in het tekstvak de proceswaarde van de sensor in vanaf waar u een laag-laag alarm wilt laten
genereren.
Alarm Dead Band (Dode band-alarm)
Voer in het tekstvak de dode band in die voor elke ingestelde alarmwaarde moet worden gebruikt.
Damping (Demping)
Demping wordt op de ingang van de sensor toegepast via het bepalen van een lopend gemiddelde
van de aflezingen van het ingangssignaal gedurende de in de dempingsinstelling gespecificeerde
tijdspanne (0-60 seconden). De gemiddelde aflezing verschijnt en wordt gebruikt voor controle.
Voer in het tekstvak de gewenste tijdspanne in.
Backup Sensor Mode (modus back-upsensor)
Het redundante sensoralgoritme zal de gebruiker de mogelijkheid bieden om een voor controle te
gebruiken hoofdsensor en een back-upsensor te definiëren. Als het signaal van de hoofdsensor
ongeldig wordt, zal de back-upsensor automatisch de controle overnemen en zal het alarm voor
sensorfout worden geactiveerd. Als de aflezingen van de sensors niet overeenkomen binnen de door
de gebruiker vastgelegde limieten, maar beide aflezingen wel geldig zijn, zal de controle stoppen en
het alarm voor sensorafwijking worden geactiveerd. Als het signaal van de back-upsensor ongeldig
wordt, terwijl de hoofdsensor OK is, zal de controle worden verdergezet, maar zal het alarm voor
84

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave