17 Uitgebreide functies
17.5 Ongecorrigeerde stromingssnelheid
Kiezen van de instelling
Spec. functie\...\Meten\ProfileCorr 2.0
• Kies in de programmavertakking Spec. functie het menupunt Meten.
• Druk op ENTER totdat het menupunt ProfileCorr 2.0 wordt weergegeven.
• Kies een lijstnotering (voorinstelling: on).
• Druk op ENTER.
Invoeren van de storingsafstand
Als u in het menupunt Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten\ProfileCorr 2.0
de lijstnotering With disturbance heeft gekozen, moet u in de programmavertakking
Parameter de afstand t.o.v. storingsbron intoetsen.
Disturb.distance
2.3
• Toets de storingsafstand in.
• Druk op ENTER.
Meting
Bij het starten van de meting wordt er gecontroleerd of de meetopstelling geschikt is.
17.5
Ongecorrigeerde stromingssnelheid
Voor speciale toepassingen is de ongecorrigeerde stromingssnelheid van belang.
De profielcorrectie van de stromingssnelheid wordt geactiveerd in het menupunt
Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten\Stroomsnelheid.
Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten\Stroomsnelheid
• Kies norm. om de stromingssnelheid met profielcorrectie in beeld te brengen en uit te
voeren.
• Kies ongecor om de stromingssnelheid zonder profielcorrectie in beeld te brengen en
uit te voeren.
• Druk op ENTER.
Als u ongecor gekozen heeft, krijgt u telkens als u de programmavertakking Meten
kiest, de vraag gesteld, of u de profielcorrectie wilt gebruiken.
A:PROFILE CORR.
>NEE<
170
m
ja
2020-05-29, UMFLUXUS_G60xV5-3NL
FLUXUS G60x