Download Print deze pagina

Esu ECoSdetector 50094 Inbouw- En Gebruiksaanwijzing pagina 9

Advertenties

6.2. Stroomsensor (niet ECoSDetector Standard).
Elk van de 16 ingangen van de ECoSDetector kan als stroomsensor worden geconfigureerd. Dit is de meest betrouwbare vorm
van terugmelding en kan gebruikt worden met 2-rail of 3-rail systemen.
Indien u de keuze hebt (dat wil zeggen uw spoorbaan opnieuw bedraden), geeft u dan de stroomdetectiemethode de voorkeur
omdat de terugmelding veel betrouwbaarder werkt dan met de bekende massacontacten.
6.2.1. Jumpers.
Voor elke terugmeldingsingang beschikt de ECoSDetector over een jumper om de ingang als massacontact of stroomsensor te
configureren
Afbeelding 6 : mode-jumpers.
Indien u een ingang als stroomsensor wilt gebruiken, plaatst u de overeenkomstige jumper op de binnen positie '2L'. In
afbeelding 6 zijn ingangen 1 tot 4 als stroomsensor geconfigureerd. U kunt echter elke ingang individueel aanpassen.
6.2.2. 2-rail systeem.
- Verbind de ingangen "0" en "B" van de ECoSDetector met de overeenkomstige boosteruitgangen. In het voorbeeld, afbeelding
7, worden beide terugmeldingsgroepen "A" en "B" elk aan dezelfde booster aangesloten. Daarom worden de klemmen "0" en
"B" aan beide kanten van de ECoSDetector samen verbonden. Indien u een aparte booster gebruikt voor de groep "B"
(ingangen 9 tot 16), moet de verbinding zoals beschreven in paragraaf 6.4. uitgevoerd worden.
- Verbind de ingangen "1" tot "16" elk met een terugmeldingssectie die aan beide uiteinden (!) van de rest van de baan moet
gescheiden zijn.
Zorg ervoor, bij het maken van de terugmeldingssecties, dat altijd de juiste "kant" van de digitale spanning wordt losgekoppeld.
In afbeelding 7 is het duidelijk dat de leiding "B" (rood) moet gescheiden worden. Dit moet voor de gehele spoorbaan
consequent uitgevoerd worden, zo niet zal het overrijden van de terugmeldingssectie kortsluiting veroorzaken.

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ecosdetector standard 50096