Symptoom
Waarschijnlijke oorzaak/remedie
Het borduurpatroon is scheefgetrokken.
De borduurarm beweegt terwijl u het
borduurraam verwijdert.
• Het patroon kan scheeftrekken als de
persvoet wordt geraakt of als de borduurarm
wordt verplaatst terwijl u de onderdraad
vervangt, de naald vervangt of u in de buurt
van het borduurraam werkt.
Ga voorzichtig te werk bij het verwijderen en
bevestigen van het borduurraam terwijl u de
onderdraad vervangt, de naald vervangt of u
in de buurt van het borduurraam werkt.
Als de borduurarm beweegt, zet u de
machine uit en vervolgens weer aan. De
juiste positie van het borduurraam op het
moment dat de machine werd gestopt, wordt
opgeslagen in het geheugen van de machine.
Het borduurraam wordt vervolgens
teruggeplaatst in de juiste positie.
Het ontwerp is niet goed gedigitaliseerd.
• Het ontwerp heeft misschien meer
trekcompensatie of onderlaag nodig voor
stretchstoffen of stoffen met veel noppen.
De afmeting van het geïnstalleerde borduurraam is niet juist
gedetecteerd.
De duimschroeven op de borduurraamhouder
zitten los.
• Draai de duimschroeven stevig vast met de
meegeleverde schijfvormige
schroevendraaier.
De startpositie van het borduurraam is horizontaal onjuist
uitgelijnd.
De duimschroeven op de borduurraamhouder
zitten los.
• Draai de duimschroeven stevig vast met de
meegeleverde schijfvormige
schroevendraaier.
Er zitten lussen in de bovendraad.
De draadspanning van de bovendraad is laag.
• Nadat u de bovendraad door het gat in de
persvoet hebt geregen, trekt u met de hand
aan de draad om de draadspanning te
controleren. Als dit moeilijk te bepalen is,
vergelijkt u de spanning met andere
naaldstangen waarbij geen lusvorming
optreedt.
Symptoom
Pagina
Waarschijnlijke oorzaak/remedie
Er zitten lussen in de bovendraad.
De draadspanning komt niet overeen met de
mate waarin draadspanningsknop is
aangedraaid.
• Als u de draadspanning niet kunt aanpassen,
hebben zich mogelijk draadwas en stof
opgehoopt in de bovenste of middelste
draadgeleiderplaten, waardoor de
draadspanningsgeleiders omhoog komen.
Reinig de draadspanningsgeleiders.
–
De draad is niet goed ingeregen rond de
bovenste draadspanningsschijven.
• Reinig de bovenste draadspanningsschijf.
Rijg de draad opnieuw in en controleer of de
spanningsschijf draait wanneer u aan de
draad trekt.
De kwaliteit van de draad is slecht.
• Gebruik ander draad. Als het probleem zich
niet meer voordoet nadat de draad is
verwisseld, was de slechte kwaliteit van de
draad de oorzaak van het probleem. Vervang
–
de draad door draad van goede kwaliteit.
De machine maakt veel lawaai.
Er kunnen pluisjes rondom de grijper zijn
gedraaid.
• Reinig de grijper.
De bovendraad is niet goed ingeregen.
p.28
• Controleer het pad van de draad en rijg de
bovendraad opnieuw in.
De grijper is beschadigd.
• Vervang de grijper.
Er is onvoldoende olie aangebracht.
• Olie de onderdelen.
U kunt de naaldinrijger niet gebruiken.
p.28
De naald staat niet op de juiste positie.
• Druk op de toets om de gewenste in te rijgen
naaldstang te verplaatsen naar de
borduurpositie.
Deze naalden worden niet voor deze machine
aanbevolen.
• Vervang de naald door een aanbevolen
naald.
De naald is niet correct geplaatst.
• Plaats de naald op de juiste manier.
De grijper op het automatische
naaldinrijgmechanisme is verbogen.
De draadspanning is niet goed.
–
De bovendraad is niet goed ingeregen.
• Controleer het pad van de draad en rijg de
bovendraad opnieuw in.
De onderdraad is niet goed ingeregen.
• Rijg de onderdraad opnieuw in.
De draadspanning van de onderdraad is niet
goed.
• Pas de spanning van de onderdraad aan.
Rond de draadspanningsschijf heeft zich stof of
pluis opgehoopt.
• Verwijder de spanningsknoppen en verwijder
stof en pluis dat zich heeft opgehoopt rond
de viltringen.
BIJLAGE
Pagina
p.213
p.213
–
p.210
p.50
*
p.214
7
p.56
p.30
p.79
p.30
p.79
*
p.50
p.33
p.102
p.213
221