1
1 Selecteer de simulatiesnelheid. Druk op
of op
om de snelheid te wijzigen. U kunt de
snelheid zelfs wijzigen terwijl de simulatie wordt
uitgevoerd.
2 Bedieningstoetsen
: Druk hierop om de simulatie te starten op de
ingestelde snelheid.
: Druk op deze toets om de simulatie te
onderbreken. Druk op
te zetten.
: Druk op deze toets terwijl de simulatie wordt
uitgevoerd of is onderbroken, om de simulatie te
stoppen en terug te gaan naar de toestand van
voordat de simulatie startte.
• Druk op
om terug te keren naar het scherm voor
het selecteren van de borduurraamhouder/het
borduurraam.
d
Druk hierop
het vorige scherm.
Memo
• U kunt borduren terwijl een
voorbeeldweergave wordt getoond op het
borduurscherm. Als de voorbeeldweergave
in een ander scherm dan het
borduurscherm wordt weergegeven, kunt u
niet borduren.
42
2
,
om de simulatie voort
om terug te keren naar
6. De stof in het
borduurraam spannen
Nadat u het te borduren patroon hebt
geselecteerd, controleert u welke borduurramen
kunnen worden gebruikt om het patroon te
borduren. Selecteer het meest geschikte
borduurraam en span de stof met de steunstof/
versteviging in het borduurraam.
(Zie "Opstrijksteunstof (onderlaag) bevestigen aan
stof" op pagina 84.) Zie pagina 31 voor
voorzorgsmaatregelen voor de stof.
Opmerking
• Als de stof niet strak is gespannen, kan het
patroon scheeftrekken of kunnen er in de
stof plooien ontstaan. Volg de volgende
procedure om de stof strak in het
borduurraam te spannen zodat de stof niet
lubbert. Gebruik een vlak oppervlak
wanneer u de stof in het borduurraam
spant.
De stof in het borduurraam
spannen
a
Selecteer een borduurraam.
Selecteer een borduurraam aan de hand van de
formaten die in het scherm worden aangegeven.
Borduurramen die kunnen worden gebruikt, worden
lichter weergegeven (
kunnen worden gebruikt, worden donkerder
weergegeven (
).
Memo
• Als de borduurraamhouder niet is bevestigd
aan de machine, wordt in het
borduurgebied niet het juiste formaat
borduurraam weergegeven. (Zie pagina 45.)
), borduurramen die niet