3
Hoofdstuk
In dit hoofdstuk worden andere handelingen beschreven dan die in hoofdstuk 2 zijn behandeld, zoals het
borduren van een patroon met zeven of meer kleuren, het vervangen van een naald of het verwisselen
van draadklossen.
De naald verwisselen
Als de naald is verbogen of de punt van de naald is
afgebroken, moet u de naald vervangen. Gebruik
de meegeleverde inbussleutel om de naald te
vervangen door een naald die geschikt is voor deze
machine en die is gecontroleerd met de test
beschreven in "De naald controleren" op
pagina 30.
De naald vervangen
a
Zet de borduurmachine uit.
VOORZICHTIG
• Zet de machine uit voordat u de naald
vervangt, anders kan er letsel ontstaan als de
machine begint te werken.
b
Draai de naaldstelschroef los en verwijder
de naald.
Houd de naald met uw linkerhand omlaag, houd de
inbussleutel in uw rechterhand en draai de
naaldstelschroef tegen de klok in vast.
Opmerking
• Gebruik de meegeleverde inbussleutel,
anders kan het gebeuren dat u te veel
kracht uitoefent op de naald, zodat deze
breekt.
ANDERE BASISPROCEDURES
• Oefen niet te veel kracht uit bij het los- of vastdraaien
van de naaldstelschroef; hierdoor zou de machine
beschadigd kunnen raken.
c
Plaats de naald (met de vlakke kant naar
achteren) helemaal naar boven totdat deze
de naaldstangstopper raakt.
Haal de naald door het gat in de persvoet en gebruik
vervolgens de naaldwisselhulp om de naald op te
tillen.
1 Naaldstangstopper
2 Naald
3 Vlakke kant van de naald
4 Naaldwisselhulp
79