Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine
2.
Systeemoverzicht
2.1
Systeem met pneumatische pomp en SLT
1
2
3
4
Figuur 2.1
Systeem met pneumatische pomp en SLT
Op een bepaald tijdstip, ingesteld op de SLT, wordt de stroomkring naar het magneetventiel
gesloten. Het magneetventiel opent hierdoor en laat perslucht uit de luchtketel naar de pomp
door.
De perslucht drukt nu de zuiger van de pomp omhoog, waardoor een vetdruk in het systeem
ontstaat, afhankelijk van de luchtdruk op de zuiger (dit is de keteldruk). Bij 8 bar keteldruk is de
vetdruk 72 bar (met een pomp met ratio 9:1).
De doseurs persen vervolgens gelijktijdig een vaste vooraf bepaalde dosering vet naar de te smeren
punten.
Om de smeercyclus te beëindigen, verbreekt de SLT de stroomkring, waardoor het magneetventiel
sluit. De persluchttoevoer naar de pomp wordt verbroken en op de zuiger wordt nu de
buitenluchtdruk uitgeoefend. Hierdoor kan de zuiger naar zijn uitgangspositie terugkeren en
wordt het systeem drukloos.
De doseurs kunnen zich nu herstellen en zijn dan (na minimaal 2 minuten) gereed voor de volgende
smeercyclus.
F212810R00
1. Pomp
4. Accu
2. SLT
5. Doseur
3. Contactslot
6. Distributieblok
5
6
7
8
9
7. Drukschakelaar
8. Magneetventiel
9. Compressor
Systeemoverzicht
7