4.2.2 Basissysteem
Als basissysteem "SolvisMax Warmtepomp" selecteren.
4.2.3 Warmtebron
Als warmtebron SolvisVaero (lucht-water) selecteren.
4.2.4 Bivalente werking
Met deze bevestigingsvraag kan de bivalente modus wor-
den geactiveerd. Wordt de warmtebehoefte alleen door de
warmtepomp verzorgd, dan noemt men dat een monova-
lente bedrijfsmodus. Is afgezien van de warmtepomp nog
een andere warmtegenerator in de installatie geïnte-
greerd, dan noemt men dat een bivalente bedrijfsmodus.
4.2.5 Bivalente bedrijfsmodus
De bivalente regeling heeft als referentiegrootheid het
zogenaamde „Bivalente punt". Het bivalente punt is in de
fabriek op -7 °C ingesteld en kan individueel worden gewij-
zigd, zie
hoofdstuk „Bivalentie", blz. 35.
Onderschrijdt de buitentemperatuur (in de gemiddelde
waarde) het bivalente punt, dan wijzigt zich de aansturing
van de warmtegenerator benevens de vertragingstijden en
de volgorde van het inschakelen. Boven het bivalente punt
wordt de aansturing zoals in de „normale" modus uitge-
voerd.
Voor alle bedrijfsmodi geldt, dat na 180 min continu bedrijf
de warmtepomp de elektrische bijverwarming op uitgang
A13 bijgeschakelt. Uitzondering mono-energetische-
parallelle modus: Bij een buitentemperatuur onder het
bivalente punt vindt de bijschakeling reeds na 60 min
plaats.
• „Mono-energetisch / parallel": Maakt de andere warm-
tegenerator van dezelfde energiedrager als de warmte-
pomp gebruik (= stroom), dan werkt de installatie biva-
lent-mono-energetisch.
Buitentemperatuur onder -7 °C: De warmtepomp en de
elektrische bijverwarming op uitgang A6 werken tegelij-
kertijd. Uitgang A13 schakelt hier bij uitzondering reeds
na 60 minuten.
Buitentemperatuur boven -7 °C: De warmtepomp werkt
alleen. Na 120 min continu bedrijf schakelt de elektri-
sche bijverwarming op uitgang A6 bij.
• „Bivalent / alternatief",
Buitentemperatuur onder -7 °C: De warmtepomp scha-
kelt uit en de 2e warmtegenerator op uitgang A6 scha-
kelt in.
Buitentemperatuur boven -7 °C: De warmtepomp werkt
alleen.
SOLVIS SolvisVaero · Technische wijzigingen voorbehouden 06.18 · BAL-SVA-7-I-NL
• „Bivalent / parallel", buitentemperatuur onder -7 °C: De
warmtepomp en de 2e warmtegenerator op uitgang A6
werken tegelijkertijd.
Buitentemperatuur boven -7 °C: De warmtepomp werkt
alleen.
• „Bivalent / gemengd", verwarmingsvraag is actief: De
warmtepomp werkt over de totale buitentemperatuur
alleen.
Warmwatervraag is actief: zie bivalent alternatief.
4.2.6 Warmwatergroep
De warmwatergroep wordt in twee verschillende grootten
geleverd. Afhankelijk van het debiet (24 of 36 l/min) wor-
den verschillende basisinstellingen geladen.
4.2.7 Zonnecollectoren
• „COLLECTORTYPE": Voor buiscollectoren en platte col-
lectoren worden verschillende basisinstellingen geladen.
• "ZONNEWARMTE OVERDRACHTGROEP": Selecteer ex-
terne zonnewarmtewisselaar (PUR)" en "hoogefficiënt".
De aansturing van de hoog efficiënt-pompen van de
zonnewarmtewisselaar vindt plaats via de toerentalrege-
ling over de analoge uitgangen O-2 en O-3 als 0-10 V ge-
lijkstroomsignaal. De uitgangen A1 en A7 op de insteek-
kaart dienen uitsluitend als 230 V~-schakeluitgangen.
ATTENTIE
De selectie van de verkeerde zonnewarmte-
overdrachtgroep kan de zonnecircuitregeling ver-
storen en zelfs de zonnecircuitpompen beschadi-
gen!
4.2.8 Sensorbevestiging
De collectorvoeler en de buitentemperatuurvoeler kunnen
als KTY of Pt1000 uitgevoerd zijn. Indien de weergegeven
waarde niet plausibel is, dan kan door het aantippen van
„Nee" het type van de sensor worden gewijzigd.
4.2.9 Verwarmingscircuit, mengklep en
ruimtesensor
Max. twee verwarmingscircuits kunnen worden geconfigu-
reerd. Afhankelijk van het geselecteerde type worden
verschillende basisinstellingen geladen, zo is b ijv. bij vloer-
verwarmingen de stooklijn vlakker dan bij radiatoren. Met
de selectie „MENGKLEP" kan een gemengd („met") of
temperatuurbegrensd („zonder") verwarmingscircuit wor-
den geselecteerd.
Ieder verwarmingscircuit kan met een ruimtevoeler (optie)
van Solvis worden uitgevoerd. Daartoe moet de vraag
„RUIMTESENSOR" met „Ruimtevoeler" worden beant-
woord. Bij ruimtehermostaten met potentiaalvrije uitgang,
4 Eerste inbedrijfstelling
11