Inhoudsopgave
Advertenties
6 Instellingen
• "Stop aansturing": hier kan de spanningswaarde worden
ingevoerd, welke dient te worden uitgegeven, indien de
pomp dient te worden uitgeschakeld. In de fabriek is
"0,7 V" ingesteld, deze waarde is voor de meegeleverde
laadpomp voorgeschreven (noodloopfunctie bij span-
ningswaarde "0,0 V" ).
• "Min. aansturing": spanningswaarde, welke op de uit-
gang wordt uitgegeven, indien de pomp met het minima-
le toerental dient te lopen.
• "Max. aansturing": spanningswaarde, welke op de uit-
gang wordt uitgegeven, indien de pomp met het maxi-
male toerental dient te lopen.
6.8 Meldingen
6.8.1 Soorten meldingen
Er worden drie soorten meldingen weergegeven:
• Statusmeldingen: er is geen actuele storing/fout, maar
de regelaar attendeert op een speciale programma-
afloop.
• Waarschuwingsmeldingen: er is geen actuele sto-
ring/fout, maar de regelaar heeft herkent dat er een on-
gunstige bedrijfsstatus heerst en start eventueel desbe-
treffende tegenmaatregelen. Er hoeft verder niet te
worden ingegrepen. Zodra de gewenste status weer tot
stand is gebracht, gaat de waarschuwingsmelding uit.
• Storingsmeldingen: er is een storing/fout opgetreden,
welke verholpen dient te worden, opdat de installatie
weer correct functioneert.
Menu "Meldingen" oproepen
Hieronder worden de instellingsmogelijkheden nader
toegelicht:
1. Naar het "INSTALLATEUR MENU" omschakelen.
2. Menupunt "Melding" selecteren.
INSTALLATEUR MENU
3. Betreffende melding selecteren.
MELDINGEN
Overt. Voorraadvat
Delta-T zonnesyst.
Zonnebuffer vol
Druk zonnecirc.
Vorstbeveiliging
38
ST 1
ST 2
Ondersteun.
Vorstbeveilig.
overigen
De meldingen ST 1 en ST 2 hebben geen functie en
geen uitwerkingen op het systeem.
6.8.2 Status-, waarschuwings-, en sto-
ringsmeldingen
Statusmeldingen
„Strijkvloer opwarmen" of „Vorstbeveiliging". Bijvoor-
beeld wordt bij de melding "Vorstbeveiliging" weergege-
ven:
VORSTBEVEILIGING
Vorstbev. verw.circuit 1
Vorstbev. verw.circuit 2
• „Vorstbev. verw.groep 1", „Vorstbev. verw.groep 2":
duidt aan, of de verwarmingsgroep wegens vorstbeveili-
ging wordt verwarmd ("In") of niet ("Uit").
In deze paragraaf worden, aan de hand van het voorbeeld
van de melding „Te hoge temp. voorraadvat", de weerga-
ve- en instelmogelijkheden van de waarschuwingsmeldin-
gen beschreven:
MELDING>OVERTEMPERATUUR 1 / 2
Aantal meldingen
Waarschuwingstoon
Max. voorraadvattemp. S1
Hysterese
• „Aantal meldingen": Aantal reeds opgetreden meldin-
gen.
• „Waarschuwingsgeluid": Hier kan worden ingesteld of
bij optreden van de melding tevens een akoestisch sig-
naal dient te weerklinken.
• „Max. voorraadvattemp. S1": Indien aan S1 95 °C wordt
overschreden, dan worden alle warmtegeneratoren (ke-
tels, laadpompen, elektrische bijverwarming enz.) uitge-
schakeld en wordt de waarschuwing "Te hoge tempera-
tuur" weergegeven. Dit betreft geen normale toestand,
maar een verkeerde werking. Deze omstandigheid dient
naar mogelijkheid nooit op te treden.
• „Hysterese": De melding valt weg (en de warmtegenera-
toren kunnen zich weer inschakelen), zodra de tempera-
tuur aan het voorraadvat onder 95 °C - 3 K = 92 °C daalt.
In een ander venster worden de opgetreden meldingen in
een lijst weergegeven.
SolvisVaero · Technische wijzigingen voorbehouden 06.18 · BAL-SVA-7-I-NL SOLVIS
Off
Off
3
Uit
95°C
3K
Advertenties
Inhoudsopgave
