Inhoudsopgave
Advertenties
WARMWATER>AANVRAAG
Buffer dT Start
Buffer dT Stop
Naverw. vermogen
• "Buffer dT start": wanneer de temperatuur op sensor S1
lager is dan "Gewenste waarde" plus "Buffer dT start"
(met de hiernaast staande waarden wordt dit: 45 °C +
9 K = 54 °C), begint de naverwarming van de warmwa-
terbuffer.
• "Buffer dT stop": wanneer de temperatuur op sensor S1
hoger is dan "Gewenste waarde" plus "Buffer dT stop"
(met de hiernaast staande waarden wordt dit: 45 °C +
12 K = 57 °C) stopt de naverwarming weer.
• "Na verwarmingsvermogen", alleen bij SolvisMax Gas,
Gas Pur, Futur en Solo: bij ketels met modulerende
branders kan het naverwarmingsvermogen worden be-
grensd om energie te besparen.
6.2.2 Beschikbaarheid
Beschikbaarheid warmwater controleren
Deze functie zorgt ervoor de dat de warmwater-
warmtewisselaar op de beschikbaarheidstemperatuur
wordt gehouden.
1. Naar het "INSTALLATEUR MENU" omschakelen.
2. Menupunt "Water" selecteren.
3. "Beschikbaarheid" selecteren.
4. De waarden a.u.b. alleen na overleg met de klanten-
service wijzigen.
WARMWATER>BESCHIKBAARHEID
Naverw. start
Naverw. looptijd
Naverw. blok.tijd
Cont. tijd
• "Naverw. start": wanneer de temperatuur op sensor S2
met deze waarde tot onder de gewenste warmwater-
temperatuur daalt, dan wordt de warmwaterpomp ge-
start.
• "Naverw. looptijd", "Naverw. blok.tijd": loop-
/blokkeringstijd van de warmwaterpomp voor het op-
nieuw opwarmen van de warmwater-warmtewisselaar.
• "Cont. tijd", alleen bij SolvisMax warmtepompen: bij
aanvang van het tijdvenster voor de WW-
beschikbaarheid start de compressor met de "Cont. tijd"
vroeger, indien de temperatuur van de warmwatervoor-
raad onder de gewenste temperatuur ligt.
SOLVIS SolvisVaero · Technische wijzigingen voorbehouden 06.18 · BAL-SVA-7-I-NL
2 / 2
9K
12K
100%
-38K
7 Sek
10Min
60Min
6.2.3 Tappen
"Uitschakelvertraging VC" moet altijd groter zijn
dan de looptijd van de circulatiepomp, omdat an-
ders een voortijdig uitschakelen van de verwar-
mingsgroeppomp (minder comfort) kan optreden.
• De looptijd van de circulatiepomp controleren,
zie
"Warmwatercirculatie instellen", hoofdstuk
"Circulatie", gebruikershandleiding L 31.
• "SchakelUitschakelvertraging VC" moet minstens
10 s langer duren dan de looptijd van de circula-
tiepomp.
Warmwatertappen instellen
Deze instellingen hoeven in de regel niet gewijzigd te
worden. Mocht het toch, bijvoorbeeld als gevolg van
langere looptijden van de circulatiepomp, nodig zijn, ga
dan als volgt te werk:
1. Naar het "INSTALLATEUR MENU" omschakelen.
2. Menupunt "Water" selecteren.
3. "Tappen" kiezen.
4. De waarden eventueel aanpassen.
WARMWATER>TAPPEN
Uitschakelvertr. VC
Inschakelvertr. VC
• "Uitschakelvertr. VC": Als warm water wordt getapt, dan
worden de verwarmingspunten na afloop van de "Uit-
schakelvertraging VC" (fabrieksinstelling 60 s) uitgescha-
keld, om het warmwaterreservoir te behoeden tegen te
snel afkoelen. Teneinde deze functie te deactiveren, de
waarde op "Uit" instellen.
• "Inschakelvertr. VC": Pas als het trappen gedurende
minstens "Inschakelvertraging VC" (fabrieksinstellingen
5 min) is onderbroken, kunnen de verwarmingspompen
weer starten.
6.2.4 Warmtehoeveelheid
Warmtehoeveelheid aflezen
Weergave van het actuele vermogen en de benodigde
warmtehoeveelheid voor het verwarmen van het tapwa-
ter.
1. Naar het "INSTALLATEUR MENU" omschakelen.
2. Menupunt "Water" selecteren.
3. "Warmtehoeveelheid" selecteren.
6 Instellingen
60 Sek
5Min
27
Advertenties
Inhoudsopgave
