Instellingen voor ontgrendeling op
afstand en van de binnenzijde
U kunt verschillende procedures voor externe
ontgrendeling kiezen.
Om de instelling te wijzigen:
1. Tik op
Instellingen
op het hoofdscherm van
het middendisplay.
2. Tik op
My Car
Vergrendeling
afstand en van binnenuit
ontgrendelen.
3. Kies een alternatief:
Alle portieren
– ontgrendelt alle portie-
•
ren tegelijkertijd.
Een portier
– ontgrendelt alleen het
•
bestuurdersportier. Om alle portieren te
ontgrendelen moet u de ontgrendelings-
knop op de transpondersleutel tweemaal
indrukken.
De instellingen die u hier verricht zijn ook van
invloed op de centrale vergrendeling via de ope-
ningsgreep aan de binnenzijde.
Gerelateerde informatie
Vergrendelen en ontgrendelen met trans-
•
pondersleutel (p. 230)
Vergrendelen en ontgrendelen van de bin-
•
nenzijde van de auto (p. 254)
Achterklep ontgrendelen met
transpondersleutel
Met een knop op de transpondersleutel is het
mogelijk alleen de achterklep te ontgrendelen.
Op
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM
1. Druk op de knop
op de transponder-
sleutel.
> De achterklep wordt ontgrendeld maar
blijft dichtstaan.
De zijportieren blijven vergrendeld en het
alarm op de portieren blijft actief*. De ver-
grendelings- en alarmindicatie op het
dashboard dooft om aan te geven dat niet
alle delen van de auto zijn vergrendeld.
Raak het met rubber beklede drukplaatje
onder aan de handgreep van de achter-
klep voorzichtig aan om de achterklep te
openen. Als de achterklep niet binnen
2 minuten na ontgrendeling wordt
geopend, wordt de klep weer vergrendeld
en het alarm opnieuw geactiveerd.
2. Met de optie elektrische achterklepbedie-
ning* -
Druk lang (zo'n 1,5 seconde) op de knop
van de transpondersleutel
> De achterklep wordt ontgrendeld en
geopend, terwijl de zijportieren vergren-
deld blijven en het alarm op de portieren
actief blijft.
Gerelateerde informatie
Vergrendelen en ontgrendelen met trans-
•
pondersleutel (p. 230)
•
Elektrisch bedienbare achterklep* openen en
sluiten (p. 258)
231
* Optie/accessoire.