STARTEN EN RIJDEN
||
WAARSCHUWING
De rem- en stuurbekrachtiging werken niet
als de motor is uitgeschakeld. Er moet
ca. 5 keer zo hard op het rempedaal worden
getrapt en de besturing gaat aanzienlijk
zwaarder dan normaal.
1. Schakel de alarmlichten van de auto in.
2. Bevestig de sleepkabel aan het sleepoog.
3. Hef het stuurslot op door de auto te ont-
grendelen.
4. Zet de auto in contactslotstand II – druk op
de startknop zonder het rempedaal te bedie-
nen en houd de knop zo'n 4 seconden inge-
drukt. Laat de knop vervolgens los.
5. Zet de keuzehendel in neutraalstand en los
de parkeerrem.
Als de accuspanning te laag is, kunt u de
parkeerrem niet lossen. Sluit een hulpaccu
aan, als de accuspanning te laag is.
> U kunt vervolgens beginnen met het sle-
pen.
6. Houd, wanneer de slepende auto afremt, de
sleepkabel altijd strak door met uw voet
lichte druk op het rempedaal uit te oefenen –
zo voorkomt u schokken.
7. Sta klaar om te remmen om de auto tot stil-
stand te brengen.
462
Starten met hulpaccu
Probeer de motor niet aan te slepen. Gebruik een
hulpaccu als de startaccu dusdanig ontladen is
dat de motor niet kan worden gestart.
BELANGRIJK
De katalysator kan beschadigd raken bij
pogingen om de motor via slepen aan het
draaien te krijgen.
Gerelateerde informatie
Sleepoog monteren en demonteren (p. 462)
•
Alarmlichten (p. 149)
•
Bergen (p. 464)
•
Starthulp met andere accu (p. 451)
•
Contactslotstand kiezen (p. 401)
•
Sleepoog monteren en demonteren
Gebruik het sleepoog bij het slepen. Schroef het
sleepoog vast in een draadbus achter een
afdekking in de bumper, voor of achter.
Sleepoog monteren
Pak het sleepoog erbij. Dit zit in het blok
schuimrubber onder de vloer in de bagage-
ruimte.