2. Draai de bevestigingsbout vast waarmee de
band vastzit.
N.B.
Als de bevestigingsbout loskomt uit de onder-
ste carrosseriebevestiging onder het reserve-
wiel, moet u de bout in het gat terugplaatsen
en rechtsom vastdraaien.
3. Leg het gereedschap terug op de beoogde
plek in het blok schuimrubber en til het blok
schuimrubber terug in de auto.
4. Klap vervolgens de laadvloer omlaag en leg
de lekke band in de kofferbak/bagageruimte.
Gerelateerde informatie
Reservewiel* (p. 547)
•
Laadvloer omhoogklappen (p. 568)
•
Winterbanden
Winterbanden zijn aangepast voor winterse
omstandigheden.
Volvo adviseert winterbanden met bepaalde
afmetingen. De bandenmaat is afhankelijk van de
motorvariant. Gebruik altijd het juiste type winter-
banden op alle vier de wielen.
N.B.
Informeer bij een Volvo-dealer naar de
geschiktste velgen en banden.
Tips bij het monteren van winterbanden
Noteer bij het vervangen van de zomerbanden
door winterbanden of andersom op de banden
aan welke kant ze zaten: bijvoorbeeld L voor links,
R voor rechts.
Banden met "spikes"
Winterbanden met "spikes" moeten de eerste
500–1000 km (300–600 miles) rustig worden
ingereden, zodat de "spikes" hun positie in kun-
nen nemen. Zo gaan de banden en vooral de
"spikes" langer mee.
N.B.
De wettelijke voorschriften voor het gebruik
van banden met spikes verschillen per land.
WIELEN EN BANDEN
Profieldiepte
Ritten bij ijs, sneeuw(modder) en lage temperatu-
ren vergen meer van de banden dan zomerse rit-
ten. Daarom adviseert Volvo een minimale profiel-
diepte van 4 mm (0,15 inch) voor winterbanden.
Gerelateerde informatie
Bij het verwisselen van wielen (p. 542)
•
Rijden tijdens de winter (p. 436)
•
Slijtage-indicator van banden (p. 534)
•
549
* Optie/accessoire.