ONDERHOUD EN SERVICE
Hulpaccu
Een auto met Start/Stop-systeem is voorzien van
twee 12V-accu's – één extra krachtige startaccu
en een hulpaccu die gebruikt wordt voor de
startprocedure middels het Start/Stop-systeem.
De hulpaccu zit onder in de motorruimte. Ook afgebeeld
is de startaccu (bovenaan).
N.B.
Hoe hoger de stroomafname in de auto
•
(extra koeling/verwarming e.d.), hoe meer
de accu's moeten worden bijgeladen =
hoe hoger het brandstofverbruik.
Wanneer de capaciteit van de startaccu
•
tot onder de ondergrens is gedaald,
wordt het Start/Stop-systeem uitgescha-
keld.
598
Een tijdelijke functiebeperking van het Start/
Stop-systeem op grond van een hoge stroomaf-
name houdt het volgende in:
Er vindt automatische motorstart plaats zon-
•
der dat u het rempedaal loslaat.
De hulpaccu vergt doorgaans niet meer service
dan de normale startaccu. Neem bij vragen of
problemen contact op met een werkplaats –
geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
BELANGRIJK
Bij het negeren van het volgende valt het
Start/Stop-systeem mogelijk tijdelijk uit na
aansluiting van een externe startaccu of
acculader:
Gebruik de minpool van de startaccu in
•
de auto nooit voor aansluiting van een
externe startaccu of acculader – alleen
het negatieve laadpunt van de auto
mag als massapunt dienen.
N.B.
Als de startaccu dermate ontladen is dat de
elektrische standaardsystemen van de auto's
zijn uitgeschakeld en als u de motor vervol-
gens start met een externe accu of acculader,
dan blijft het Start/Stop-systeem mogelijk
actief. Als het Start/Stop-systeem kort daarna
een automatische motorstop verricht, is de
kans groot dat een volgende automatische
motorstart mislukt door onvoldoende capaci-
teit van de startaccu, omdat de accu niet
genoeg is opgeladen.
Als de auto starthulp heeft gekregen of de
accu onvoldoende is opgeladen met een
acculader, wordt geadviseerd het Start/Stop-
systeem uit te schakelen totdat de auto de
startaccu voldoende bijgeladen heeft. Bij een
buitentemperatuur van zo'n +15 °C (60 °F)
moet de accu ten minste 1 uur lang door de
auto worden opgeladen. Bij lagere buitentem-
peraturen kan de laadduur toenemen tot zo'n
3–4 uur. Geadviseerd wordt de accu op te
laden met een externe acculader.
Specificaties van de hulpaccu
Type
Spanning (V)
Koudestartvermogen
A
–
B
CCA
(A)
AGM
12
170