Start/Stop-systeem tijdelijk
uitschakelen
Soms is het raadzaam om het Start/Stop-sys-
teem tijdelijk uit te schakelen.
Schakel het systeem uit met de
functieknop
Start/Stop
functiescherm van het midden-
display. Bij uitschakeling van
het systeem dooft de led in de
knop.
Het systeem staat uit totdat:
het opnieuw wordt geactiveerd
•
Eco
u de rijmodus wijzigt in
•
de auto een volgende keer wordt gestart.
•
Gerelateerde informatie
Rijden met Start/Stop-systeem (p. 425)
•
Voorwaarden voor het Start/Stop-systeem
•
(p. 427)
Voorwaarden voor het Start/Stop-
systeem
Het Start/Stop-systeem werkt alleen, wanneer
aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
Als niet aan al deze voorwaarden is voldaan,
op het
wordt dit aangegeven op het bestuurdersdisplay.
Autostop werkt niet
In de volgende gevallen werkt de autostart niet:
de auto heeft na het starten geen snelheid
•
van zo'n 10 km/h (6 mph) bereikt.
na een aantal opeenvolgende autostops
•
moet de snelheid weer boven zo'n 10 km/h
Comfort
of
(6 mph) komen vóór de volgende autostop.
de bestuurder heeft zijn/haar veiligheidsgor-
•
del losgenomen.
de capaciteit van de startaccu is onder de
•
toelaatbare ondergrens gedoken.
de motor heeft de normale bedrijfstempera-
•
tuur niet bereikt.
de buitentemperatuur ligt onder ca. –5 °C
•
(23 °F) of boven ca. 37 °C (98 °F).
de elektrische voorruitwarming wordt geacti-
•
veerd.
de omstandigheden in de passagiersruimte
•
wijken af van de ingestelde waarden.
u rijdt achteruit met de auto.
•
de temperatuur van de startaccu ligt onder of
•
boven de toelaatbare grenswaarden.
STARTEN EN RIJDEN
u maakt grote stuurbewegingen.
•
de weg is erg steil.
•
u ontgrendelt de motorkap.
•
bij ritten op grote hoogte waarbij de motor
•
niet op de bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
het ABS is geactiveerd.
•
bij een krachtige remmanoeuvre (ook zonder
•
dat het ABS actief is).
de beveiliging tegen oververhitting van de
•
startmotor is in werking getreden door fre-
quente starts in korte tijd.
het roetfilter van de uitlaatgasreiniging is ver-
•
zadigd.
Er is een aanhangwagen aangesloten op het
•
elektrische systeem van de auto.
Het onderstaande geldt bij een automatische
versnellingsbak:
de versnellingsbak heeft de normale bedrijfs-
•
temperatuur niet bereikt.
de keuzehendel staat in de stand M (±).
•
Autostart werkt niet
In de volgende gevallen werkt de autostart niet
nadat de motor automatisch werd afgezet:
Bij een automatische versnellingsbak:
De bestuurder draagt geen gordel, de keuze-
•
hendel staat in stand P en het bestuurders-
portier staat open – er moet op de normale
manier worden gestart.
}}
427