Inhoudsopgave
Advertenties
Handleiding voor installatie en gebruik van de GUARD luchtgordijn
5. INSTALLATIE
Bij het kiezen van de positie van het luchtgordijn moet u rekening houden met factoren zoals:
Het gemak van toegang voor de service,
Toegang tot water en elektriciteit
Het wordt aanbevolen om het luchtgordijn over de ingangsopening, op de muur of aan het plafond, op steunpennen of horizontale
montagebeugels te installeren. Het kan ook verticaal op een muur of andere structuur worden gemonteerd met behulp van verticale
montagebeugels. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de eenheid waterpas geplaatst is. Als de positionering verschilt van
horizontaal of verticaal, kan de ventilator worden beschadigd en kan de eenheid defect raken
Ingangen en uitgangen kunnen door geen enkel object geblokkeerd worden. Houd er bij het installeren van gordijnen rekening mee
dat u vrije toegang hebt tot het bedieningspaneel. Bij grotere deuropeningen is het mogelijk om meerdere gordijnen van hetzelfde
type één voor één te monteren om een ononderbroken luchtstroom te creëren. Het gordijn wordt horizontaal of verticaal permanent
gemonteerd (aan de linker- / rechterkant van de ingang).
De gordijnaansluiting moet op een bereikbare manier worden uitgevoerd, handmatige afsluitkleppen moeten op beide buizen
geïnstalleerd worden om ontkoppeling mogelijk te maken. In het geval van een magneetklep (optie - automatisch), moet deze
worden aangesloten op de wateruitlaat van het apparaat, anders kan deze beschadigd worden. Bij het vastdraaien van de buis op
de warmtewisselaar moet de aansluiting van de weerstand worden beschermd tegen koppel (dit kan lekken in de warmtewisselaar
veroorzaken).
Horizontale installatie onder het plafond met behulp van montagepennen
De installatie onder het plafond gebeurt met 4 M8-pennen. Om het apparaat aan de pennen te bevestigen, boort u gaten van 8 tot 9
mm in de EPP-kast direct voor de bestaande gaten in de stalen inlaatrooster. De exacte locatie wordt aangegeven door speciale
labels op de EPP-behuizing. De pennen moeten op een diepte van 10-14 mm in de klemmen worden geschroefd.
Doorboring van gaten van 8 à 9mm
De onderstaande tekening toont de positie van de bevestigingsgaten voor de pennen.
Het is belangrijk op te merken dat de minimale afstand tussen het apparaat en het plafond
minimum 150 mm is. Dit zorgt voor een gemakkelijke toegang tot de aansluitingen van de
waterwisselaar, de kabelingangen en de vrije luchtstroom naar de toegangspoort.
www.termico.be
Afmetingen gordijn
A(mm)
100
72
150
104
200
157
Doorboring van gaten van 8 à 9mm
C(mm)
Aantal M8 pennen
857
4
1295
4
1712
4
5
Advertenties
Inhoudsopgave
