Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Buitenluchtaanzuiging; Bedrijf Voorwaardelijk Onafhankelijk Van Omgevingslucht - Daikin GCU compact Series Installatie En Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4
Montage en installatie
INFORMATIE
Het gebruik van de GCU compact bij de van de omge-
vingslucht onafhankelijke werking met concentrische rook-
gas-/toevoerluchtgeleiding wordt door ons aanbevolen. Zo
mogelijk deze plaatsingsvariant kiezen!
Bij beperkt van de omgevingslucht onafhankelijke werking
(gescheiden rookgas-/toevoerluchtgeleiding bij een verbin-
dingsleiding met één wand) en bij van de omgevingslucht
afhankelijke werking met de plaatsingsruimte een ventila-
tieopening van ten minste 150 cm
ben.
Daardoor wordt de totale energie-efficiëntie van het ge-
bouw in de strekking van de Europese richtlijn 2010/31/EU:
EPBD minder.
De beschrijving hierna van de plaatsingsvarianten bevat
belangrijke aanwijzingen voor de betreffende mogelijke
klassificatie van de apparaten aan de hand van soort en
rookgasgeleiding (apparaattype) conform CEN/TR 1749.
Neem hiervoor ook
Hfst. 4.2.4
De hierna vermelde SETs (zie
gen voor de doelamtige samenstelling van noodzakelijke
aparte onderdelen voor de typische plaatsingsvarianten.
4.2.1

Buitenluchtaanzuiging

INFORMATIE
Bij de plaatsing van het toestel in woonvertrekken is
slechts één van de plaatsingsvarianten 1 t/m 4 toegestaan.
Plaatsingsvariant 1
De GCU compact wordt met de SET GCU1 en de concentrische
LAS-verbindingsleiding SET H of Set K op de schoorsteen of een in-
stallatieschacht aangesloten.
▪ Toevoer verbrandingslucht uit de open lucht door de schoorsteen
of een geïnstalleerde pijp.
▪ Gasafvoer in de open lucht middels een gasafvoerleiding door de-
zelfde buis als de luchttoevoer.
▪ Verticale minimum afstand tussen rookgasuitgang en daknok:
40 cm.
▪ Type apparaat C
93
Plaatsingsvariant 2
De GCU compact staat direct onder het dak. Aansluiting met
SET GCU en Set L.
▪ Toevoer verbrandingslucht en afvoer van afvoergas middels een
concentrische dubbele buis.
▪ Toevoer verbrandingslucht uit de open lucht middels de buitenste
ringspleet van de dubbele buis, gasafvoering in de open lucht mid-
dels de binnenbuis.
▪ Verticale minimum afstand tussen rookgasuitgang en dakopper-
vlak: 40 cm.
▪ Minimum hoogte van de rookgasleiding: 2 m.
▪ Type apparaat C
33
Plaatsingsvariant 3
De GCU compact staat niet direct onder het dak. De dubbele buis
voor de toevoer van de verbrandingslucht en de afvoer van afvoer-
gas gaat door de dakconstructie.
▪ Toevoer verbrandingslucht en afvoer van afvoergas middels een
concentrische dubbele buis (zie Plaatsingsvariant 2).
▪ In de buurt van de dakconstructie moet de dubbele buis voor de
toevoer van de verbrandingslucht en de rookgasafvoer door een
beschermbuis met voldoende brandweerstand geleid worden of
qua constructie van het dak gescheiden zijn.
▪ Type apparaat C
33
Installatie- en gebruikshandleiding
18
2
naar buiten toe heb-
en
Hfst. 4.5
in acht.
Afb.
4-18) zijn aanbevelin-
Plaatsingsvariant 4
De GCU compact wordt met SET GCU1 en de LAS-verbindinglei-
ding SET H of SET K op het buitenwandsysteem SET G aangeslo-
ten.
▪ Toevoer verbrandingslucht uit de open lucht middels de ringspleet
van de dubbele buis door de buitenwand (van onderen aangezo-
gen).
▪ Gasafvoer naar buiten met concentrische buis door de buiten-
wand en vervolgens ten minste 40 cm boven het dakoppervlak.
Eenmaal buiten dient de buitenste luchtruimte als warmte-isole-
ring van de afvoerbuis.
▪ Type apparaat C
53
INFORMATIE
Als de doorvoering door de wand zich op een hoogte van
minder dan een meter boven het terrein bevindt, adviseren
wij om de verbrandingslucht via een afzonderlijke toevoer-
buis toe te voeren (montagehoogte: ca. 2 m). W8 ZR resp.
W11 ZR
Plaatsingsvariant 5
Als de voor de geleiding van het rookgas gebruikte schacht om con-
structieve of goedkeuringsredenen hiervoor niet geschikt is, tegelijk
hiermee de verbrandingslucht toe te voeren, moet de verbrandings-
lucht via een aparte leiding aangevoerd worden.
Als hierbij de rookgasverbindingelding naar de schacht met een dub-
bele wand is uitgevoerd en door de verbrandingslucht wordt om-
spoeld, zijn er geen verdere ventilatie-eisen voor de opstelplaats.
▪ De toevoer van verbrandingslucht gebeurt van buiten via een vol-
doende dichte toevoerleiding die rechtstreeks met de concentri-
sche buitenpijp van de verbindingsleiding is verbonden. De leiding
voor de toevoerlucht moet zo gedimensioneerd zijn dat de aan-
zuigweerstand bij een nominaal vermogen kleiner dan 50 Pa
is.
▪ De verbindingsleiding tussen de GCU compact en de installatie-
schacht is geheel concentrisch en door verbrandingslucht om-
spoeld uitgevoerd.
▪ Type apparaat C
, C
53
83
Plaatsingsvariant 7 (zonder afbeelding)
Indien door de plaatselijke bepalingen toegestaan, kan de
GCU compact met SET W2 met horizontale rookgasafvoer aange-
sloten worden.
▪ Toevoer verbrandingslucht en afvoer van afvoergas middels een
concentrische dubbele buis.
▪ Toevoer verbrandingslucht vanuit de open lucht via de buitenste
ringspleet van de dubbele buis (ingang aanvoerlucht via aanzuig-
rooster van de wanddoorvoer), gasafvoering in de open lucht mid-
dels de binnenbuis.
▪ Minimum hoogte van de rookgasleiding: 2 m
▪ Neem de plaatselijke voorschriften voor minimum afstanden van
ramen en andere openingen in het gebouw in acht!
▪ Type apparaat C
13
4.2.2
Bedrijf voorwaardelijk onafhankelijk van
omgevingslucht
Alternatief voor plaatsingsvariant 5
De GCU compact wordt met apart geleide toevoer-/rookgasleidingen
gebruikt (2-buis-systeem).
▪ Toevoer verbrandingslucht van buiten via een voldoende dichte
luchttoevoerleiding door de buitenwand. De leiding voor de toe-
voerlucht moet zo gedimensioneerd zijn dat de aanzuigweer-
stand bij nominale prestatie kleiner dan 50 Pa is.
Op de vloer geplaatste HR-gasketel met geïntegreerde boiler
Gas Combi Unit
008.1543899_02 – 04/2019 – NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave