Inhoudsopgave
Advertenties
ELRO
Slangenpompen serie IP 100-800 / XP 200-800
®
5.2.3 5.4.3 Ombouw van de pomp op
andere transportdruk
5.2.3.1 IP/XP 100/200
Elke slangenpomp wordt af fabriek op de ge-
wenste pompdruk ingesteld. Mocht voor de
installatie een andere druk nodig zijn, dan kan
door inbouw van een andere rotor de gewenste
transportdruk worden ingesteld.
1. Pomp uitschakelen en tegen opnieuw inscha-
kelen beveiligen.
2. Pompslang demonteren (zie hoofdstuk
5.2.1.1).
3. Rotor demonteren, draai hiervoor de rotor-
schroef los. Bij het losdraaien van de rotor-
schroef wordt de rotor tegelijkertijd van de
as getrokken. As en afstelveer op eventuele
beschadiging controleren.
4. Nieuwe rotor op de as schuiven en rotor-
schroef vastdraaien.
5. Pompslang monteren (zie hoofdstuk 5.2.1.3).
Bij verandering van de rotor is een
Opgelet!
nieuwe pompslang vereist.
Rotordiameter afhankelijk van de vereiste
transportdruk zie hoofdstuk. 8.3.
28
5.2.3.2 IP/XP 400-800
Afb. 25 Rotordiameter
Elke slangenpomp wordt af fabriek op de ge-
wenste pompdruk ingesteld. Mocht voor de
installatie een andere transportdruk nodig zijn,
dan kan door verandering van de rotordiameter
(afb. 25) de gewenste pompdruk worden inge-
steld.
Afb. 26 Demontage geleideschoen
1 Onderlegplaatje
1. Pomp uitschakelen en tegen opnieuw
inschakelen beveiligen.
2. Glijvloeistof aflaten (zie hoofdstuk 5.2.1.1).
3. Pompdeksel met O-ring eraf nemen.
4. Rotor met de hand draaien, tot één geleide-
schoen vrij ligt.
1
Advertenties
Inhoudsopgave
