6 Reiniging en desinfectie
6.1 Verboden reinigings- en desinfectiemiddelen
Gebruik geen reinigings- en desinfectiemiddelen die de volgende stoffen bevatten, omdat
deze agressieve middelen de kunststof onderdelen van het apparaat kunnen beschadigen
en storingen in het apparaat kunnen veroorzaken:
■ trichloorethyleen
■ schurende reinigingsmiddelen
6.2 Voorzorgsmaatregelen
Reinig de pomp en de pomphouder zodra deze verontreinigd zijn met sondevoeding of
geneesmiddelen, en minimaal eenmaal per week.
Laat de pomp na het reinigen ongeveer 5 minuten drogen voordat deze wordt gestart of
weer wordt aangesloten op de netspanning.
De pomp moet na elk gebruik bij een patiënt worden gereinigd door een opgeleide
verpleegkundige of assistent-verpleegkundige.
WAARSCHUWING
■ De pomp is niet geschikt voor sterilisatie, hierdoor kan de pomp beschadigd
raken. De Amika+ is een niet-steriel medisch apparaat.
■ De Amika-rugzak moet worden gereinigd voordat de pomp erin wordt
geplaatst. Raadpleeg de documenten die bij de rugzak horen.
■ Let op dat u een originele deur gebruikt als u deze vervangt (controleer of
het serienummer op de pomp hetzelfde is als op de deur). Het gebruik van
een verkeerde deur voor de pomp kan grote pompfouten tot gevolg hebben.
6.3 Aanbevolen reinigings- en desinfectiemiddelen
Didecyldimethylammoniumchloride (bijvoorbeeld Wip'Anios Excel van Anios).
Neem voor meer informatie contact op met de dienst die verantwoordelijk is voor reinigings-
en desinfectiemiddelen in uw instelling.
6.4 Richtlijnen en procedure voor reiniging en desinfectie
INFORMATIE
■ De pomp en de pomphouder mogen niet worden ondergedompeld in
vloeistoffen. Zorg er ook voor dat er geen vloeistoffen in de behuizing kunnen
binnendringen.
44