6
|
Installatie van de unit
6 Installatie van de unit
In dit hoofdstuk
6.1 Installatieplaats voorbereiden
6.1.1 Vereisten inzake de plaats waar de binnenunit geïnstalleerd wordt
Uitgebreide handleiding voor de installateur
24
WAARSCHUWING
De installatie moet worden uitgevoerd door een installateur, en de keuze van de
materialen en de installatie moet voldoen aan de geldende wetgeving. In Europa is
de norm EN378 van toepassing.
6.1
Installatieplaats voorbereiden................................................................................................................................................
6.1.1
6.2
Openen van de unit ................................................................................................................................................................
6.2.1
Voorpaneel verwijderen ........................................................................................................................................
6.2.2
Voorrooster verwijderen .......................................................................................................................................
6.2.3
6.3
De binnenunit monteren........................................................................................................................................................
6.3.1
De binnenunit plaatsen..........................................................................................................................................
6.3.2
Een muuropening boren........................................................................................................................................
6.3.3
Ingesneden delen verwijderen ..............................................................................................................................
6.4
Afvoerleiding aansluiten.........................................................................................................................................................
6.4.1
Algemene richtlijnen ..............................................................................................................................................
6.4.2
6.4.3
Controle op waterlekken .......................................................................................................................................
6.5
Gebruikersinterface monteren...............................................................................................................................................
6.5.1
WAARSCHUWING
Het toestel moet als volgt worden opgeslagen:
▪
zodanig dat mechanische schade wordt voorkomen.
▪
in een goed verluchte kamer zonder continu brandende ontstekingsbronnen
(bijvoorbeeld: open vuur, een draaiend gastoestel of een draaiende elektrische
verwarming).
▪
Voor CVXM, FVXM in een kamer met afmetingen zoals opgegeven in
vloeroppervlakte
▪
Voor FVXTM-B, in een kamer met afmetingen zoals opgegeven in "Minimum
vloeroppervlakte bepalen" in de Algemene voorzorgsmaatregel met betrekking
tot de veiligheid.
Kies een installatieplaats met voldoende ruimte om de unit in en uit de site te
kunnen vervoeren.
Installeer de unit NIET op een plaats die vaak als werkplaats wordt gebruikt.
Wanneer bouwwerken (bijv. slijpwerk) worden uitgevoerd waarbij veel stof wordt
geproduceerd, MOET de unit worden afgedekt.
INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten vermeld in de
veiligheidsmaatregelen" [
4
bepalen" [
26].
4
6].
24
24
28
28
29
29
30
30
35
35
36
36
37
37
38
38
"Minimum
"2 Algemene
CVXM-B, FVXM-B, FVXTM-B
Split-systeemairconditioners
4P769827-3E - 2024.09