8
|
Elektrische installatie
8.1.3 Specificaties van standaard bedradingscomponenten
8.2 Elektrische bedrading aansluiten op de binnenunit
Uitgebreide handleiding voor de installateur
48
Onderdeel
Kabel tussen de units
(binnen↔buiten)
De elektrische bedrading moet worden uitgevoerd zoals beschreven in de
montagehandleiding
bedradingsvoorschriften of de reglementen.
1 Open het klemmenblok.
2 Strip de draad ongeveer 15 mm af.
3 Sluit de draden aan op de klemnummers met dezelfde kleur op de
klemmenblokken van de binnenunit en de buitenunit en draai de draden
stevig vast op de overeenkomstige klemmen.
4 Sluit de aardingskabels aan op de overeenkomstige klemmen.
a Klemmenstrook
b Blok met elektronische componenten
c Kabelklem
5 Trek aan de draden om te controleren of ze goed vastzitten, en bevestig ze
dan met de kabelklem.
6 De draden mogen niet in contact komen met de metalen delen van de
warmtewisselaar.
7 Bij aansluiting op een optionele adapter, zie
aansluiten (gebruikersinterface met kabel, centrale gebruikersinterface,
draadloze adapter,
Spanning
Draaddikte
en
conform
met
4
etc.)" [
49].
220~240 V
Gebruik alleen geharmoniseerde
draad met dubbele isolatie en
geschikt voor de toepasselijke
spanning
4-aderige kabel
2
1,5 mm²~2,5 mm
(gebaseerd op
de buitenunit)
de
nationale
a
b
c
"8.3 Optionele accessoires
CVXM-B, FVXM-B, FVXTM-B
Split-systeemairconditioners
4P769827-3E – 2024.09
elektrische