Tabel 43. Opties voor System Setup—Virtualisatiemenu (vervolg)
Support voor virtualisatie
DMA-compatibiliteitsmodus interne poort
Tabel 44. Opties van System Setup - menu Prestaties
Prestaties
Multi-Core Support
Meerdere Atom Cores
Intel SpeedStep
Intel SpeedStep Technology inschakelen
C-State Control
C-State Control inschakelen
Adaptive C-states inschakelen voor Discrete
Graphics
Intel Turbo Boost Technology
Intel Turbo Boost Technology inschakelen
De optie OS Kernal DMA Support inschakelen is standaard ingeschakeld.
OPMERKING:
Deze optie is alleen beschikbaar voor compatibiliteitsdoeleinden,
aangezien sommige oudere hardware geen ondersteuning voor DMA biedt.
Hiermee kunt u de opstartcompatibiliteit voor geïntegreerde PCIe-randapparatuur
beheren door PCIe DMA-bescherming uit te schakelen op interne PCIe-poorten.
Wanneer deze optie is ingeschakeld, zal het BIOS het besturingssysteem laten weten
dat de interne poorten niet geschikt zijn voor DMA. Deze optie is bedoeld om te
helpen bij apparaten met DMA-compatibiliteitsproblemen met het besturingssysteem.
Met deze optie wordt DMA-bescherming in het besturingssysteem niet rechtstreeks
ingeschakeld.
OPMERKING:
Deze optie is niet beschikbaar wanneer de virtualisatie-instelling
voor IOMMU is uitgeschakeld (VT-d/AMD Vi).
Standaard is de optie DMA-compatibiliteitsmodus interne poort uitgeschakeld.
OPMERKING:
Deze optie is alleen beschikbaar voor compatibiliteitsdoeleinden,
aangezien sommige oudere hardware geen ondersteuning voor DMA biedt.
Hiermee kunt u het aantal Atom-cores dat beschikbaar is voor het besturingssysteem
wijzigen. De standaardwaarde is ingesteld op het maximumaantal cores.
De optie Alle cores is standaard geselecteerd.
Met deze functie kan de computer de processorspanning en de corefrequentie
dynamisch aanpassen en daarmee het gemiddelde energieverbruik en de
warmteproductie verlagen.
De optie Intel SpeedStep Technology inschakelen is standaard ingeschakeld.
Hiermee kunt u het vermogen van de CPU in- of uitschakelen om standen met laag
energieverbruik te starten of te stoppen. Als u deze functie uitschakelt, worden alle
C-statussen uitgeschakeld. Als deze optie is ingeschakeld, worden alle C-statussen
ingeschakeld die door de chipset of het platform zijn toegestaan.
De optie C-State Control inschakelen is standaard ingeschakeld.
Hiermee kan worden in- of uitgeschakeld dat het systeem dynamisch gebruik van
discrete graphics kan detecteren en systeemparameters kan aanpassen voor betere
prestaties gedurende die periode. Voor deze functie is een voedingsadapter vereist
vanwege het hogere energieverbruik en er kan geen dynamische activering van
hogere prestaties worden uitgevoerd zonder dat het systeem van een geschikte
voedingsadapter wordt voorzien. Andere instellingen die zijn gemaakt om energie te
besparen, kunnen verhinderen dat deze functie wordt geactiveerd.
De optie Adaptive C-states inschakelen voor Discrete Graphics is standaard
ingeschakeld.
Hiermee kunt u de Intel TurboBoost-modus van de processor inschakelen. Wanneer
deze optie is ingeschakeld kan de Intel TurboBoost driver de prestaties van de CPU of
grafische processor verhogen.
BIOS-instellingen
159