Samenvatting van Inhoud voor Daikin R32 Split 5MWXM90A2V1B9
Pagina 1
Uitgebreide handleiding voor de installateur R32 Split-reeks 5MWXM68A2V1B9 5MWXM90A2V1B9...
Pagina 2
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over de documentatie Over dit document ................................. 1.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ..................2 Algemene veiligheidsmaatregelen Voor de installateur................................ 2.1.1 Algemeen ............................... 2.1.2 Plaats van installatie ............................2.1.3 Koelmiddel — in geval van R410A of R32 ..................... 2.1.4 Elektrisch................................
Pagina 3
Inhoudsopgave Verbindingen van koelmiddelleidingen controleren op lekkage na het vullen van koelmiddel ........9 Elektrische installatie Over het aansluiten van de elektrische bedrading......................9.1.1 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van de elektrische bedrading............. 9.1.2 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading ..............9.1.3 Specificaties van standaard bedradingscomponenten.................
Pagina 4
WAARSCHUWING De installatie, service, onderhoud, reparaties en gebruikte materialen moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin (inclusief alle documenten vermeld in"documentatieset") en daarnaast ook met de geldende wetgeving en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd. In Europa en gebieden waar de IEC- normen gelden, is EN/IEC 60335-2-40 de toepasselijke norm.
Pagina 5
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist). 1.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen GEVAAR Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg heeft.
Pagina 6
Over de documentatie Symbool Uitleg Lees de onderhoudshandleiding voordat u onderhouds- en servicetaken uitvoert. Voor meer informatie, zie de uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker. De unit bevat roterende onderdelen. Wees voorzichtig bij het onderhoud of de controle van de unit. Symbolen die in de documentatie worden gebruikt: Symbool Uitleg...
Pagina 7
WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikin- documentatie). WAARSCHUWING Scheur plastic verpakkingen aan stukken en gooi deze weg zodat niemand, en zeker geen kinderen, ermee kan spelen.
Pagina 8
Algemene veiligheidsmaatregelen Conform de geldende wetgeving kan een logboek bij het product vereist worden; in dit logboek dienen dan minstens de volgende zaken bijgehouden: informatie over het onderhoud, de reparatiewerkzaamheden, de resultaten van testen, de stilstandperioden, enz. Bovendien DIENEN minstens volgende informaties op een toegankelijke plaats bij het product voorzien te worden: ▪...
Pagina 9
Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin en met de geldende wetgeving (bijvoorbeeld de nationale gasregelgeving) en mogen ALLEEN door bevoegde personen worden uitgevoerd. WAARSCHUWING ▪ Neem de nodige voorzorgsmaatregelen om overmatig trillen of pulseren op koelmiddelleidingen te voorkomen.
Pagina 10
Algemene veiligheidsmaatregelen OPMERKING ▪ De leidingen moeten stevig worden gemonteerd en beschermd tegen fysieke schade. ▪ Beperk de installatie van het leidingwerk tot een minimum. Minimum vloeroppervlakte bepalen 1 Bepaal de totale koelmiddelvulling in het systeem (= fabrieksvulling koelmiddel extra bijgevulde hoeveelheid koelmiddel). Contains fluorinated greenhouse gases GWP: xxx GWP ×...
Pagina 11
Algemene veiligheidsmaatregelen Ceiling-mounted Wall-mounted Floor-standing unit unit unit m (kg) m (kg) A m (kg) A ≤1.842 — ≤1.842 — ≤1.842 — 1.843 28.9 1.843 3.64 1.843 4.45 3.95 4.83 34.0 4.34 5.31 41.2 5.79 49.0 4.74 5.13 6.39 57.5 7.41 66.7 5.53...
Pagina 12
Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING Neem voldoende maatregelen wanneer koelmiddel zou lekken. Verlucht de ruimte onmiddellijk als er koelgas lekt. Mogelijke risico's: ▪ Een te hoge concentratie aan koelmiddel in een afgesloten ruimte kan een zuurstofgebrek veroorzaken. ▪ Giftige gassen kunnen vrijkomen wanneer het koelgas in contact komt met vuur. WAARSCHUWING Tap het koelmiddel ALTIJD af.
Pagina 13
Algemene veiligheidsmaatregelen Er is een sifonbuis Vul bij met rechtopstaande fles. (d.w.z. er zou iets zoals "Met vloeistofvulsifon" op de fles moeten staan) Er is GEEN sifonbuis Vul bij met de ondersteboven staande fles. ▪ Open koelmiddelflessen steeds traag. ▪ Vul bij met koelmiddel in vloeibare vorm.
Pagina 14
Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING ▪ Gebruik ALLEEN koperen draden. ▪ De lokale bedrading moet voldoen aan de nationale bedradingsvoorschriften. ▪ Alle lokale bedradingen MOETEN conform met het product meegeleverd bedradingsschema worden uitgevoerd. ▪ Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer of ze NIET met leidingen of scherpe randen in contact komen.
Pagina 15
Algemene veiligheidsmaatregelen Leg de stroomkabels op minstens 1 meter afstand van televisietoestellen en radio's om storingen te voorkomen. Afhankelijk van de radiogolven volstaat een afstand van 1 meter soms NIET. OPMERKING ALLEEN van toepassing als de elektrische voeding driefasig is en de compressor een AAN/UIT-startmethode heeft.
Pagina 16
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur 3 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur Leef altijd de volgende veiligheidsinstructies en voorschriften na. Omgaan met de buitenunit (zie "4.1.2 De buitenunit hanteren" [ 22]) VOORZICHTIG Raak de luchtinlaat of de aluminium vinnen van de unit NIET aan, dit om letsels te voorkomen.
Pagina 17
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur "7 Installatie van de leidingen" [ 34]) Installatie van de leidingen (zie VOORZICHTIG De leidingen en verbindingen van een split-systeem binnen een bewoonde ruimte moeten worden uitgevoerd met permanente verbindingen, behalve verbindingen die de leidingen rechtstreeks op de binnenunits aansluiten. VOORZICHTIG ▪...
Pagina 18
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING ▪ Het koelmiddel in de unit is weinig ontvlambaar, maar lekt normaal NIET. Als het koelmiddel in de kamer lekt en in contact komt met vuur van een brander, een verwarming of een fornuis, dan kan er brand ontstaan of kan een schadelijk gas worden gevormd.
Pagina 19
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING Gebruik een alpolige schakelaar met een contactscheiding van minstens 3 mm om het contact volledig te verbreken onder overspanningscategorie III. WAARSCHUWING Als het netsnoer beschadigd is, MOET de fabrikant, zijn vertegenwoordiger, zijn servicevertegenwoordiger of gelijkaardige bevoegde personen het snoer vervangen om een gevaarlijke situatie te voorkomen.
Pagina 20
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING ▪ Vooraleer een onderhoud of herstelling uit te voeren moet u ALTIJD de hoofdschakelaar op het voedingspaneel uitschakelen, de zekeringen verwijderen of de beveiligingen van de unit openen. ▪ Raak onderdelen die onder stroom staan minstens 10 minuten na het uitschakelen van de voeding NIET aan wegens het risico op hoogspanning.
Pagina 21
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE ▪ Wanneer de unit NIET werkt, worden de leds op de printplaat uitgeschakeld om energie te besparen. ▪ Zelfs wanneer de leds niet branden, kunnen de klemmenstrook en de printplaat nog stroom krijgen. 5MWXM-A9 Uitgebreide handleiding voor de installateur R32 Split-reeks...
Pagina 22
Over de doos 4 Over de doos Denk aan de volgende punten: ▪ De unit MOET bij de levering gecontroleerd worden op beschadiging en volledigheid. Elke vorm van beschadiging of ontbrekende onderdelen MOET onmiddellijk aan de schadeverantwoordelijke van de transporteur worden gemeld.
Pagina 23
Over de doos 2 Verwijder de accessoires op de bodem van de verpakking. 3 Controleer of alle volgende accessoires bij de unit zijn geleverd: 1× 1× 1× 1× 1× 2× 6× 3× 1× 1× 1× 1× 1× a Montagehandleiding buitenunit b Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid c Label gefluoreerde broeikasgassen d Meertalig label gefluoreerde broeikasgassen...
Pagina 24
WAARSCHUWING: MATIG ONTVLAMBAAR MATERIAAL Het koelmiddel in deze unit is weinig ontvlambaar. INFORMATIE Voor de bedrijfslimieten, zie de recentste technische gegevens van de buitenunit op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). 5.1 Identificatie 5.1.1 Identificatielabel: Buitenunit Locatie 5MWXM-A9 Uitgebreide handleiding voor de installateur R32 Split-reeks 4P766272-3A –...
Pagina 25
Installatie van de unit 6 Installatie van de unit WAARSCHUWING De installatie moet worden uitgevoerd door een installateur, en de keuze van de materialen en de installatie moet voldoen aan de geldende wetgeving. In Europa is de norm EN378 van toepassing. In dit hoofdstuk Installatieplaats voorbereiden..............................
Pagina 26
Installatie van de unit OPMERKING Plaats GEEN voorwerpen die nat kunnen worden onder de binnenunit en/of buitenunit. Anders kunnen condensatie op de unit of de koelmiddelleidingen, vuil op het luchtfilter of een verstopte afvoer druppelend water veroorzaken, waardoor voorwerpen onder de unit kunnen vuil worden of schade oplopen. 6.1.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit geïnstalleerd wordt INFORMATIE Lees ook de volgende vereisten:...
Pagina 27
Installatie van de unit ▪ stilvallen door een verlaging van de lage druk of verhoging van de hoge druk; ▪ een gebroken ventilator (als hevige wind constant tegen de ventilator blaast, kan deze beginnen zeer snel te draaien en na een tijdje breken). Er wordt geadviseerd een stootplaat te monteren wanneer de luchtuitlaat aan wind blootgesteld is.
Pagina 28
Installatie van de unit a Zeewind b Gebouw c Buitenunit Installeer een afscherming tegen de wind als de buitenunit aan rechtstreekse zeewind wordt blootgesteld. ▪ Hoogte van afscherming tegen wind ≥1,5× hoogte van buitenunit ▪ Let bij de installatie van de afscherming tegen de wind op de vereisten inzake de serviceruimte.
Pagina 29
Installatie van de unit a Afdakje tegen de sneeuw b Voetstuk c Belangrijkste windrichting d Luchtuitlaat Voorzie best minstens 150 mm vrije ruimte onder de unit (300 mm in streken waar veel sneeuw valt). De unit moet bovendien ook minstens 100 mm boven de maximaal verwachte sneeuwhoogte geplaatst zijn.
Pagina 30
Installatie van de unit 3× 1× a Servicedeksel b Deksel schakelkast 6.3 De buitenunit monteren 6.3.1 Over de montage van de buitenunit Wanneer De buitenunit en binnenunit moet worden gemonteerd alvorens de koelmiddelleidingen kunnen worden aangesloten. Typische werkstroom De buitenunit monteren omvat typisch de volgende stappen: De installatiestructuur voorzien.
Pagina 31
Installatie van de unit (mm) a 100 mm boven verwachte niveau van sneeuw 6.3.4 De buitenunit installeren 4× M8/M10 6.3.5 Afvoer voorzien ▪ Controleer of het condenswater goed kan worden afgevoerd. ▪ Plaats de unit op een sokkel om goede afvoer te hebben, zodat ijs zich niet kan ophopen.
Pagina 32
Installatie van de unit OPMERKING Gebruik in koude streken GEEN afvoeraansluiting, afvoerslang en afvoerdeksels (groot, deksel) met de buitenunit. Neem de gepaste maatregelen zodat het afgevoerde condensaat NIET kan bevriezen. OPMERKING Als de afvoeropeningen van de buitenunit afgedekt zijn door een installatiebasis of de vloer, plaatst u extra voeten van ≤30 ...
Pagina 33
Installatie van de unit 5MWXM-A9 Uitgebreide handleiding voor de installateur R32 Split-reeks 4P766272-3A – 2024.10...
Pagina 34
Installatie van de leidingen 7 Installatie van de leidingen In dit hoofdstuk Koelmiddelleiding voorbereiden ............................7.1.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen......................... 7.1.2 Isolatie van de koelmiddelleidingen ........................7.1.3 Lengte koelmiddelleiding en hoogteverschil......................Koelmiddelleiding aansluiten ..............................7.2.1 Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen....................7.2.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen ..............
Pagina 35
Installatie van de leidingen Diameter koelmiddelleidingen 5MWXM68A2V1B9 Vloeistofleiding Gasleiding 5× Ø6,4 mm (1/4") 2× Ø9,5 mm (3/8") 2× Ø12,7 mm (1/2") 1× Ø15,9 mm (5/8") 5MWXM90A2V1B9 Vloeistofleiding Gasleiding 5× Ø6,4 mm (1/4") 1× Ø9,5 mm (3/8") 1× Ø12,7 mm (1/2") 3× Ø15,9 mm (5/8") INFORMATIE Afhankelijk van de binnenunit kunnen verloopstukken vereist zijn. Zie "7.2.6 ...
Pagina 36
Installatie van de leidingen Buitendiameter leiding Binnendiameter isolatie Isolatiedikte (t) (Ø (Ø 15,9 mm (5/8") 17~20 mm ≥13 mm Ø Ø Ø Ø Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de relatieve vochtigheid meer dan 80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm dik zijn om condensatie op het oppervlak van de isolatie te voorkomen.
Pagina 37
Installatie van de leidingen 1× 7.2 Koelmiddelleiding aansluiten VOORZICHTIG ▪ Niet ter plaatse braseren of lassen voor units die bij de verzending met R32- koelmiddel zijn gevuld. ▪ Tijdens de installatie van het koelsysteem moet bij het verbinden van delen waarvan minstens één deel met koelmiddel gevuld is met de volgende vereisten rekening worden gehouden: in ruimten waar zich mensen bevinden zijn permanente verbindingen niet toegelaten voor R32-koelmiddel, behalve voor ter...
Pagina 38
Installatie van de leidingen 7.2.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen INFORMATIE Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: ▪ "2 Algemene veiligheidsmaatregelen" [ 7] ▪ "7.1 Koelmiddelleiding voorbereiden" [ 34] GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN OPMERKING ▪ Gebruik de flaremoer die op de hoofdunit is bevestigd. ▪...
Pagina 39
Installatie van de leidingen Unit Installatieperiode Beveiligingsmethode Buitenunit >1 maand Knijp de leiding dicht <1 maand Knijp de leiding dicht of plak ze af Binnenunit Ongeacht de tijdsduur OPMERKING Open de afsluiter van het koelmiddel NIET vooraleer de koelmiddelleiding gecontroleerd te hebben. Wanneer u koelmiddel moet bijvullen, wordt geadviseerd de afsluiter van het koelmiddel te openen vooraleer bij te vullen.
Pagina 40
Installatie van de leidingen Leidingmaat (mm) Aanhaalmoment Flareafmetingen Flarevorm (mm) (N•m) (A) (mm) 90° ±2 Ø6,4 15~17 8,7~9,1 ØA Ø9,5 33~39 12,8~13,2 0.4~0.8 Ø12,7 50~60 16,2~16,6 Ø15,9 62~75 19,3~19,7 7.2.4 Richtlijnen voor het buigen van leidingen Gebruik een pijpenbuigmachine om de leidingen te buigen. Alle leidingbochten moeten zo geleidelijk mogelijk verlopen (buigingsstraal van 30~40 mm of meer).
Pagina 41
Installatie van de leidingen 7.2.6 Verbindingen tussen buiten- en binnenunit met verloopstukken Buitenunit Totale capaciteitsklasse van de airconditioningbinnenunits die op deze buitenunit kunnen worden aangesloten 5MWXM68 ≤11 kW 5MWXM90 ≤15,6 kW 5MWXM68 Poort Afmetingen Klasse Verloopstuk Vloeistof Ø6,4 mm 12, 20, 25, 35, 42 —...
Pagina 42
Installatie van de leidingen Type verloopstuk Aansluiting Ø15,9 mm → Ø12,7 mm Ø12,7 mm → Ø9,5 mm Ø15,9 mm → Ø12,7 mm Ø12,7 mm → Ø9,5 mm Ø15,9 mm → Ø9,5 mm Ø15,9 mm → Ø9,5 mm Voorbeelden van aansluiting: ▪ Een leiding van Ø12,7 mm aansluiten op een aansluiting voor een gasleiding van Ø15,9 mm Ø15.9 mm Ø12.7 mm...
Pagina 43
Installatie van de leidingen OPMERKING Om gaslekken te voorkomen, brengt u koelolie voor R32 (FW68DA) aan: ▪ Ø9,5 mm → Ø15,9 mm, op beide zijden van verloopstuk 6 (b) EN op de binnenkant van de verbreding. ▪ Ø12,7mm → Ø15,9 mm of Ø9,5 mm → Ø12,7 mm, op beide zijden van verloopstuk 1 of 2 (b).
Pagina 44
Installatie van de leidingen b Momentsleutel ▪ Wanneer een lage bedrijfsdruk wordt verwacht (bijvoorbeeld bij koelen bij lage buitentemperaturen), moet u de flaremoer in de afsluiter op de gasleiding voldoende afdichten met siliconen om bevriezing te voorkomen. Siliconen afdichtmiddel; zorg ervoor dat alles goed afgedicht is. De afsluiter openen/sluiten 1 Verwijder het deksel van de afsluiter.
Pagina 45
Installatie van de leidingen 1 Sluit de koelvloeistofaansluiting van de binnenunit aan op de vloeistofafsluiter van de buitenunit. Naar airconditioningunit: a1 Vloeistofafsluiter b1 Gasafsluiter c1 Servicepoort vloeistof d1 Servicepoort gas Naar tank: a2 Vloeistofafsluiter b2 Gasafsluiter d2 Servicepoort gas 2 Sluit de gasaansluiting van de binnenunit aan op de gasafsluiter van de buitenunit.
Pagina 46
Installatie van de leidingen Typische werkstroom Een typische controle van de koelmiddelleiding bestaat uit de volgende stappen: De koelmiddelleiding controleren op lekken. Alle vocht, lucht of stikstof uit de koelmiddelleiding verwijderen door middel van vacuümdrogen. Als de koelmiddelleiding vocht kan bevatten (bijvoorbeeld water in de leiding), moet u eerst vacuümdrogen zoals hieronder beschreven tot alle vocht is verwijderd.
Pagina 47
Installatie van de leidingen 2 Test op lekkages door de bubbeltestoplossing op alle verbindingen aan te brengen. 3 Verwijder alle stikstofgas. 7.3.4 Vacuümdrogen GEVAAR: RISICO OP ONTPLOFFING Draai de afsluiters NIET open voordat het vacuümdrogen voltooid is. Sluit de vacuümpomp en het verdeelstuk als volgt aan: a Manometer b Meterverdeelstuk c Lagedrukklep (Lo)
Pagina 48
Installatie van de leidingen OPMERKING Vergeet niet om na de installatie van de koelmiddelleiding en het vacuümdrogen de afsluiters te openen. Wanneer u het systeem probeert te gebruiken met gesloten afsluiters kan de compressor schade oplopen. INFORMATIE Na het openen van de afsluiter is het mogelijk dat de druk in de koelmiddelleidingen NIET toeneemt.
Pagina 49
Koelmiddel vullen 8 Koelmiddel vullen In dit hoofdstuk Over koelmiddel bijvullen............................... Over het koelmiddel ................................Voorzorgsmaatregelen bij het bijvullen van koelmiddel ....................... Bepalen hoeveel koelmiddel moet worden bijgevuld ......................De hoeveelheid bepalen om opnieuw volledig te vullen....................... Extra koelmiddel bijvullen ..............................Het label voor gefluoreerde broeikasgassen aanbrengen.....................
Pagina 50
Koelmiddel vullen OPMERKING Vacuümdroog tevens de koelmiddelleidingen in de buitenunit vooraleer deze opnieuw te vullen. Typische workflow – volledig opnieuw vullen met koelmiddel bestaat doorgaans uit de volgende stappen: 1 Bij te vullen hoeveelheid koelmiddel bepalen. 2 Koelmiddel bijvullen. 3 Het label voor gefluoreerde broeikasgassen invullen en bevestigen op de binnenkant van de buitenunit.
Pagina 51
Koelmiddel vullen WAARSCHUWING Raak ongewenste vloeistoflekken NOOIT rechtstreeks aan. U zou ernstige wonden kunnen oplopen door bevriezing. OPMERKING De geldende wetgeving inzake gefluoreerde broeikasgassen vereist dat de koelmiddelvulling van de unit zowel in gewicht als CO -equivalent wordt uitgedrukt. Formule om het aantal ton CO -equivalent te berekenen: GWP-waarde van het koelmiddel ×...
Pagina 52
Koelmiddel vullen Maximaal toelaatbare hoeveelheid koelmiddel: 5MWXM68 2,6 kg 5MWXM90 3,3 kg 8.5 De hoeveelheid bepalen om opnieuw volledig te vullen INFORMATIE Indien het systeem opnieuw volledig gevuld moet worden, bedraagt de totale hoeveelheid koelmiddel hiervoor: de in de fabriek gevulde hoeveelheid koelmiddel (zie naamplaatje unit) + de aldus vastgestelde bijkomende hoeveelheid.
Pagina 53
Koelmiddel vullen e Hoeveelheid gefluoreerde broeikasgassen van de totale koelmiddelvulling uitgedrukt in ton CO -equivalent. f GWP = Globaal opwarmingspotentieel OPMERKING De geldende wetgeving met betrekking tot gefluoreerde broeikasgassen vereist dat de koelmiddelvulling van de unit wordt aangegeven zowel in gewicht als in CO equivalent.
Pagina 54
Elektrische installatie 9 Elektrische installatie In dit hoofdstuk Over het aansluiten van de elektrische bedrading ........................ 9.1.1 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van de elektrische bedrading ............. 9.1.2 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading................9.1.3 Specificaties van standaard bedradingscomponenten ..................De elektrische bedrading op de buitenunit aansluiten ......................
Pagina 55
Elektrische installatie INFORMATIE Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten vermeld in de "2 Algemene veiligheidsmaatregelen" [ 7]. INFORMATIE Lees ook "9.1.3 Specificaties van standaard bedradingscomponenten" [ 57]. WAARSCHUWING ▪ Als de voeding een ontbrekende of een verkeerde nulfase heeft, Kan de apparatuur defect raken. ▪...
Pagina 56
Elektrische installatie 9.1.2 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading OPMERKING Wij raden aan massieve draden (met één ader) te gebruiken. Als er geslagen draden worden gebruikt, draai de draadjes een beetje in elkaar om ze rechtstreeks in de aansluitklem te steken of in een aansluiting met een ronde krimpklem.
Pagina 57
Elektrische installatie Draadtype Methode Gevlochten geleider met rond oog a Klem b Schroef c Platte sluitring Toegelaten NIET toegelaten Aanhaalmomenten Item Aanhaalmoment (N•m) M4 (X1M) M4 (aarding) ▪ De aardingsdraad tussen de kabelbevestiging en de klem moet langer zijn dan de andere draden.
Pagina 58
Elektrische installatie Onderdelen Aardlekschakelaar / MOET voldoen aan de nationale reststroomonderbreker bedradingsvoorschriften Elektrische apparatuur moet voldoen aan EN/IEC 61000-3-12, de Europese/ Internationale Technische Norm die de beperkingen vastlegt voor harmonische stromen geproduceerd door apparatuur die is aangesloten op openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom van >16 A en ≤75 A per fase. 9.2 De elektrische bedrading op de buitenunit aansluiten 1 Verwijder het deksel van de schakelkast (1 schroef).
Pagina 59
Elektrische installatie 7 Maak de draadbevestiging goed vast als u schroeven gebruikt (accessoire f) om externe belasting op het uiteinde van de draden te voorkomen. 8 Voer de bedrading door de uitsparing in de onderkant van de beschermplaat. 9 Der elektrische bedrading mag NIET in contact komen met de gasleiding. 1 2 3 1 2 3 a Klem voor binnenunit A...
Pagina 60
De installatie van de buitenunit voltooien 10 De installatie van de buitenunit voltooien 10.1 De installatie van de buitenunit voltooien GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE ▪ Zorg ervoor dat het systeem correct is geaard. ▪ Schakel de voeding UIT alvorens aan servicewerkzaamheden te beginnen. ▪...
Pagina 61
Configuratie 11 Configuratie INFORMATIE De volgende lokale instellingen gelden alleen voor DX-binnenunits. Voor lokale instelling van de warmtapwatertank, zie de montagehandleiding van de warmtapwatertank. In dit hoofdstuk 11.1 Over de functie energiebesparende stand-by ........................11.1.1 Energiebesparende stand-byfunctie inschakelen ....................11.2 Over de functie voorrangskamer ............................
Pagina 62
Configuratie 11.2 Over de functie voorrangskamer INFORMATIE ▪ Voor de functie voorrangskamer moeten bij de installatie van de unit initiële instellingen worden uitgevoerd. Vraag de klant in welke kamers hij van plan is deze functie te gebruiken en voer de vereiste instellingen uit bij de installatie. ▪...
Pagina 63
Configuratie 1× 2 Zet de schakelaar van de geluidsarme stand (SW6-1) op ON. 11.4 Over blokkering verwarmingsstand Bij blokkering in de verwarmingsstand kan de unit alleen verwarmen. 11.4.1 Blokkering verwarmingsstand inschakelen 1 Verwijder het deksel van de schakelaars op de service-printplaat. 2 Zet de schakelaar van de blokkering van de verwarmingsstand (SW5-1) op ON.
Pagina 64
12 Inbedrijfstelling OPMERKING Algemene checklist inbedrijfstelling. Naast de instructies voor inbedrijfstelling in dit hoofdstuk, is er een algemene checklist inbedrijfstelling beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist). De algemene checklist voor de inbedrijfstelling vormt een aanvulling op de instructies in dit hoofdstuk en kan worden gebruikt als richtlijn en als basis voor de rapporteringssjabloon tijdens inbedrijfstelling en bij overhandiging aan de gebruiker.
Pagina 65
Inbedrijfstelling INFORMATIE Gedurende de eerste bedrijfsperiode van de unit kan het nodige opgenomen vermogen hoger zijn dan dat vermeld op het typeplaatje van deze unit. Dit fenomeen wordt veroorzaakt door de compressor, die een continue looptijd van 50 uur nodig heeft voordat een vlotte werking en stabiel stroomverbruik wordt gerealiseerd. 12.3 Controlelijst voor de inbedrijfstelling 1 Controleer na de installatie van de unit de hierna vermelde punten.
Pagina 66
Inbedrijfstelling 12.5 Proefdraaien en testen Voordat u begint met proefdraaien, meet de spanning aan de primaire kant van de veiligheidsonderbreker. De leidingen en de bedrading zijn in orde. De afsluiters (gas en vloeistof) op de buitenunit staan volledig open. De initialisering van het Multi-systeem kan meerdere minuten duren, afhankelijk van het aantal gebruikte binnenunits en opties.
Pagina 67
Inbedrijfstelling INFORMATIE ▪ Het aantal weergegeven leds hangt af van het aantal kamers. ▪ De bedradingscontrole werkt NIET bij een buitentemperatuur van ≤5°C en een watertemperatuur in de warmtapwatertank van ≥20°C. ▪ Wanneer de bedradingscontrole is voltooid, blijven de leds branden tot de gewone werking begint.
Pagina 68
Inbedrijfstelling INFORMATIE ▪ Indien nodig kan proefdraaien worden gedeactiveerd. ▪ Nadat de unit is uitgeschakeld, kan ze pas na 3 minuten weer worden gestart. ▪ Wanneer het proefdraaien in de verwarmingsstand meteen na het activeren van de veiligheidsonderbreker wordt begonnen, wordt in sommige gevallen ongeveer 15 minuten geen lucht uitgeblazen om de unit te beschermen.
Pagina 69
Overhandiging aan de gebruiker 13 Overhandiging aan de gebruiker Als het proefdraaien voltooid is en de unit goed en op de juiste manier werkt, zorg ervoor dat de gebruiker de volgende zaken goed begrijpt: ▪ Controleer of de gebruiker de papieren documentatie heeft en vraag hem/haar deze bij te houden om deze later te kunnen raadplegen.
Pagina 70
Behalve onderhoudsinstructies in dit hoofdstuk, staat er ook een controlelijst algemeen onderhoud/algemene inspectie op het Daikin Business Portal (aanmelden vereist). De controlelijst algemeen onderhoud/algemene inspectie is een aanvulling op de instructies in dit hoofdstuk en kan worden gebruikt als richtlijn en sjabloon voor rapportering bij het onderhoud.
Pagina 71
Onderhoud en service GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN WAARSCHUWING ▪ Vooraleer een onderhoud of herstelling uit te voeren moet u ALTIJD de hoofdschakelaar op het voedingspaneel uitschakelen, de zekeringen verwijderen of de beveiligingen van de unit openen. ▪ Raak onderdelen die onder stroom staan minstens 10 minuten na het uitschakelen van de voeding NIET aan wegens het risico op hoogspanning.
Pagina 72
Onderhoud en service GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN Raak de compressor NIET aan met blote handen. 5MWXM-A9 Uitgebreide handleiding voor de installateur R32 Split-reeks 4P766272-3A – 2024.10...
Pagina 73
Opsporen en verhelpen van storingen 15 Opsporen en verhelpen van storingen 15.1 Overzicht: Opsporen en verhelpen van storingen In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen ingeval van problemen. Het bevat informatie over: ▪ problemen oplossen op basis van symptomen ▪...
Pagina 74
Opsporen en verhelpen van storingen 15.3.2 Symptoom: De unit verwarmt of koelt NIET zoals verwacht 15.3.3 Symptoom: Waterlekken Mogelijke oorzaken Oplossing Onvolledige thermische isolatie (gas- en Controleer of de leidingen en de vloeistofleidingen, delen van de afvoerslang thermisch volledig afvoerverlengslang binnenshuis). geïsoleerd zijn.
Pagina 75
Opsporen en verhelpen van storingen Rode led Diagnose Normaal. ▪ Controleer de binnenunit. Hogedrukbeveiliging geactiveerd of werkende unit opgevroren, of stand-by unit. Overbelastingsrelais geactiveerd of hoge temperatuur persleiding Storing compressorstart. Ingangsoverstroom. Probleem thermistor of stroomtransfo. Hoge temperatuur schakelkast. Hoge temperatuur warmteafvoer invertercircuit. Uitgangsoverstroom.
Pagina 76
Als afval verwijderen 16 Als afval verwijderen OPMERKING Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden. De units MOETEN voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld.
Pagina 77
Als afval verwijderen 4 Controleer op het verdeelstuk of het vacuüm is bereikt. 5 Draai na 2 à 3 minuten beide gasafsluiters dicht en stop gedwongen koelen. a Gasafsluiter b Sluitrichting c Zeskantsleutel d Klepdeksel e Vloeistofafsluiter 16.3 Een gedwongen koeling starten en stoppen 1 Schakel de voeding UIT, verwijder het servicedeksel, het deksel van de schakelkast en het deksel van de schakelaar van de serviceprintplaat.
Pagina 78
Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist). 17.1 Bedradingsschema Het bedradingsschema is bij de unit geleverd en bevindt zich op de binnenkant van de buitenunit (onderkant van de bovenste plaat).
Pagina 79
Technische gegevens Symbool Betekenis BZ, H*O Zoemer Condensator AC*, CN*, E*, HA*, HE*, HL*, HN*, HR*, Aansluiting, stekker MR*_A, MR*_B, S*, U, V, W, X*A, K*R_*, NE D*, V*D Diode Diodebrug DIP-switch Verwarming FU*, F*U, (raadpleeg de printplaat in Zekering uw unit voor de kenmerken ervan) Stekker (aarding frame) Kabelboom...
Pagina 81
Technische gegevens ▪ Compressor: categorie II ▪ Accumulator: categorie II ▪ Overige componenten: zie PED artikel 4, paragraaf 3 5MWXM68 5MWXM90 a Warmtewissela k 4-wegsklep u Thermistor (gas) b Thermistor l Demper v Kamer (A, B, C, buitenluchttem D) en peratuur warmtapwatert ank (W)
Pagina 82
Technische gegevens g Capillaire buis q Vloeistofafsluit PS Druksensor h Verdeler r Elektronische HPS Hogedrukschak expansieklep elaar (automatische reset) i Demper met s Thermistor Koelmiddelstro filter (vloeistof) om: koelen j Magneetventiel t Filter Koelmiddelstro om: DX verwarmen / 5MWXM-A9 Uitgebreide handleiding voor de installateur R32 Split-reeks 4P766272-3A –...
Pagina 83
Bij het product geleverde labels, handleidingen, informatiebladen en apparatuur die moet worden geïnstalleerd volgens de instructies in de meegeleverde documentatie. Optionele apparatuur Door Daikin geproduceerde of goedgekeurde apparaatuur die kan worden gecombineerd met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie. Lokaal te voorzien NIET door Daikin geproduceerde apparatuur die kan worden gecombineerd met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie.