7.1.3. Uitleg gebruikte afkorting van de matrix
Functie/afkorting
Uitleg
STOP
De regelaar staat in STOP zolang het contact open is.
START
De regelaar gaat uitsturen zolang het contact gesloten is.
VOORUIT
De draairichting is VOORUIT zolang het contact open is.
ACHTERUIT
De draairichting is ACHTERUIT zolang het contact gesloten is.
START VOORUIT
De regelaar start en gaat VOORUIT uitsturen zolang het contact gesloten is.
START ACHTERUIT
De regelaar start en gaat ACHTERUIT uitsturen zolang het contact gesloten is.
VRIJGAVE
Hardware vrijgave ingang.
In bedienpaneel mode bepaalt P2-37 of de digitale ingang 1 een vrijgave is of een start commando.
In alle andere modes moet de vrijgave aanwezig zijn voordat er een start commando komt via de veldbussen.
START
Start via een puls van bijv. een drukknop (N.O.), De Stop ingang moet gesloten zijn (N.C.)
^- START -^
Beide ingang moeten tegelijk d.m.v. een puls hoog worden, De Stop ingang moet gesloten zijn (N.C.)
STOP
De regelaar stopt wanneer de ingang laag wordt (N.C. contact)
STARTVOORUIT
Start VOORUIT via een puls van bijv. een drukknop (N.O.), De Stop ingang moet gesloten zijn (N.C.)
STARTACHTERUIT
Start ACHTERUIT via een puls van bijv. een drukknop (N.O.), De Stop ingang moet gesloten zijn (N.C.)
^-SNELLE STOP (P2-24)-^
Wanneer beide ingangen kortstondig hoog worden zal de regelaar een "snelle stop" uitvoeren (instelbaar via P2-24).
SNELLE STOP (P2-24)
Wanneer de ingang kortstondig laag wordt (N.C.) zal de regelaar een "snelle stop" uitvoeren (instelbaar via P2-24).
E-TRIP
Externe fout ingang (N.C. contact). Wanneer het contact wordt geopend geeft de regelaar de melding -
f -h. Dit is afhankelijk van parameter P2-33, zie hoofdstuk 4. 1 2.2. Aansluiting motorthermistor/PTC op
pagina 27 voor meer informatie.
Analoge ingang AI1
Analoge ingang 1, signaal instelbaar via P2-30.
Analoge ingang AI2
Analoge ingang 2, signaal instelbaar via P2-33.
AI1 REF
Setpoint via analoge ingang 1.
AI2 REF
Setpoint via analoge ingang 2.
P-xx REF
Setpoint via de gekozen voorkeuzesnelheid.
Setpoint via de gekozen voorkeuzesnelheden P2-01 t/m P2-04 D.m.v. de digitale ingangen wordt de juiste
PR-REF
voorkeuzesnelheid gekozen.
PI-REF
Setpoint via de PID-regeling.
PI FB
De analoge ingang wordt gebruikt als gemeten waarde voor de PID-regeling.
KPD REF
Setpoint via het bedieningspaneel.
INC SPD
Wanneer de ingang hoog wordt gemaakt zal het setpoint worden verhoogd.
DEC SPD
Wanneer de ingang hoog wordt gemaakt zal het setpoint worden verlaagd.
FB REF
Setpoint via de Veldbus (Modbus, CAN Open of optie), instelbaar via P1-12.
(NO)
De ingang is Normally Open. Sluit het contact kortstondig om de functie te activeren.
(NC)
De ingang is Normally Closed. Open het contact kortstondig om de functie te activeren.
DECEL P1-04
Tijdens het stoppen en decelereren wordt de tijd gebruikt die ingesteld is bij parameter P1-04.
Tijdens het stoppen en decelereren wordt de tijd gebruikt die ingesteld is bij parameter P8-1 1. Zie hoofdstuk 6. 1 .
DECEL P8-1 1
Overzicht parametergroepen op pagina 37 voor meer informatie.
www.invertekdrives.com
Versie 3.07 | Optidrive P2 Gebruikershandleiding | 41
7