Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Doorstroming Van Het Collectorcircuit Inregelen; Boiler-, En Cv-Circuit Vullen - Daikin EKSR3PA Bedienings- En Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4.1.2 Doorstroming van het collectorcircuit inregelen

1. Netkabel van de regelingsunit EKSR3PA op een stopcontact van de huisinstallatie aansluiten (~230 V, 50 Hz) en de
voedingsspanning vrijschakelen.
2. Regelingsunit EKSR3PA inschakelen (initialiseringsfase begint).
3. Na beëindiging van de initialiseringsfase (temperatuuraanduiding) de installatie ontluchten door tegelijk op beide pijltoetsen
(handmatige modus starten) te drukken.
4. Inregelventiel (afsluitkraan van de doorstromingsmeter) volledig sluiten. De installatie wordt nu aan de maximaal mogelijke
bedrijfsdruk onderworpen.
5. Visuele controle op lekkage van alle verbindingsplaatsen in huis evenals op het dak uitvoeren. Eventuele lekkage op
deskundige wijze laten verhelpen.
6. Warmte-isolatie bij verbindingsplaatsen in orde maken.
7. Doorstroming overeenkomstig het aantal collectoren instellen. Voor richtwaarden voor de instelling zie Tab. 4-2.
Aantal
collectoren
Tab. 4-2
8. Regelingsunit EKSR3PA uitschakelen.
9. De gebruiker wegwijs maken.

4.1.3 Boiler-, en CV-circuit vullen

• Boiler vullen; zie de bijgeleverde installatie- en bedieningshandleiding.
• CV-installatie vullen en ontluchten; zie de bijgeleverde installatie- en bedieningshandleidingen.
EKSR3PA + EKSRDS1A
Regelings- en pompunit voor zonne-energie-installaties
4PW56033-1
De pomp draait alleen op vol vermogen.
De pompen worden alleen ingeschakeld, als de collectortemperatuur hoger is dan de aan de
minimumtemperatuur van de boiler gekoppelde minimumwaarde (zie hoofdstuk 5.2.10) en lager is dan de
ingestelde toegestane maximale temperatuur.
Indien tussen stap 5 en 8 een langere periode ligt, kan de collectortemperatuur zich buiten de toegestane
tolerantie bevinden. Als T
Ingestelde doorstroming in l/min
van collectorcircuit
2
3,6 tot 4,8
3
5,4 tot 7,2
4
7,2 tot 9,6
5
9 tot 12
Instelling van de doorstroming bij de doorstromingsmeter
De doorstroming van het collectorcircuit kan bij de flowaanduiding van de Daikin pompunit EKSRDS1A
gecontroleerd en ingesteld worden (instelwaarden zie Tab. 4-2).
Bij gebruik van de FlowSensor EKSFLP12A het inregelventiel volledig openen.
De optimale doorstroming wordt automatisch door de regeling van het pomptoerental ingesteld.
Gelijktijdig volgt door de regeling een vermogensmeting en energiejaarafrekening.
4
x
Inbedrijfstelling en buitenbedrijfstelling
> T
-toegest. kan niet naar de handmatige modus worden geschakeld.
K
K
Ingestelde doorstroming in l/h
van collectorcircuit
220 tot 290
330 tot 435
435 tot 580
540 tot 720
Bedienings- en installatiehandleiding
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Eksrds1a

Inhoudsopgave