2 / R3 ™™ * ~‚n + „¸\ ~‚m
™™ * ‚¹ ~„x + 2 * ~‚m * ~‚c
~„y ——— / ~‚t Q1/3
uitkomst:
In dit voorbeeld gebruiken we meerdere kleine Nederlandse letters,
λ
bijvoorbeeld
x
(~„x),
enkele
Griekse
letters,
bijvoorbeeld
(~‚n) en zelfs een combinatie van Griekse en Nederlandse letters,
namelijk ∆y (~‚c~„y). Om een kleine letter in te voeren, moet u
de combinatie ~„ gebruiken gevolgd door de letter die u wilt invoeren .
U kunt speciale tekens ook kopiëren door het menu CHARS (...±) te
gebruiken als u de betreffende toetsencombinaties niet uit uw hoofd wilt leren.
In Appendix D van de gebruikshandleiding vindt u een lijst met veel gebruikte
toetsencombinaties met ~‚.
Raadpleeg Hoofdstuk 2 in de gebruikshandleiding van de rekenmachine voor
meer informatie over het bewerken, evalueren, factoriseren en
vereenvoudigen van algebraïsche uitdrukkingen.
Gegevens organiseren in de rekenmachine
U kunt de gegevens in de rekenmachine organiseren door variabelen in een
directory-structuur op te slaan. De basis van de directory-structuur van de
rekenmachine is de HOME-directory die we hierna zullen bespreken.
De HOME-directory
U komt in de HOME-directory door – zo vaak als nodig – op de functie UPDIR
(„§) te drukken, totdat {HOME} in de tweede regel van de kop van het
beeldscherm verschijnt. U kunt ook op „ (vasthouden) §drukken. In dit
voorbeeld bevat de HOME-directory alleen de CASDIR. Door op J te
drukken, verschijnen de variabelen in de softmenutoetsen:
Blz. 2-9