Druk nogmaals op ` om de matrix in het stapelgeheugen te plaatsen. Het
stapelgeheugen in de ALG-modus ziet u hieronder, voor en na het indrukken
van.
Indien u de optie weergave textbook heeft geselecteerd (d.m.v. H@) D ISP! en
Textbook
het aanvinken van
), ziet de matrix eruit zoals hierboven
weergegeven. Anders wordt het volgende scherm weergegeven:
Het scherm in de RPN-modus lijkt hier erg op.
De Matrix direct in het stapelgeheugen invoeren
Hetzelfde resultaat als hierboven kan bereikt worden door het volgende direct
in het stapelgeheugen in te voeren:
„Ô
„Ô 2.5\‚í4.2‚í2™
‚í
„Ô .3‚í1.9‚í2.8™
‚í
„Ô 2‚í.1\‚í.5`
Open dus een set haakjes („Ô) om de matrix direct in het
stapelgeheugen in te voeren en plaats nog een set haakjes („Ô) om
iedere rij van de matrix. Komma's (‚í .) dienen de elementen van
iedere rij en de haakjes tussen de rijen te scheiden.
Blz. 9-2