Elektrische aansluiting
6.5 Hulpstroomkring aansluiten
6.5.6
Afsluitende maatregelen
1. Controleer voor het sluiten van elke hulpaansluitkast of:
2. Sluit de hulpaansluitkast met het bijhorende deksel af. Het aantrekdraaimoment voor de
6.5.7
Bedrijf aan de omvormer
Het volgende hoofdstuk is alleen relevant voor machines in de serie 1PQ8 of wanneer de
machine voor bedrijf aan de omvormer is besteld.
Opmerking
Aan het bestelnummer kunt u zien of de machine voor bedrijf aan de omvormer is besteld. op
de 9de plek van het bestelnummer staat de letter 'P' of 'Q'.
82
– de leidingen volgens het klemmenschema in de kast zijn aangesloten.
– de aansluitkabels vrij liggend zijn aangebracht en de leidingisolatie niet kan worden
beschadigd.
– Het binnenste gedeelte van de kast schoon is en er geen leidingresten, vuil en vreemde
voorwerpen aanwezig zijn.
– de delen van de schroefverbindingen van de kabels goed zijn aangetrokken,
overeenkomen met de veiligheidsklasse, type kabellegging, toegestane leidingdiameter
etc. en volgens de voorschriften zijn gemonteerd;
– De schroefdraden in de aansluitplaat met invoerstukken voor de kabels en leidingen of
sluitdoppen zijn gesloten die geschikt zijn voor de betrokken beschermklasse.
– Eventueel ongebruikte invoerstukken gesloten zijn. De sluitelementen goed
vastgeschroefd zijn, d.w.z. ze moeten door middel van een werktuig worden gelost.
– alle afdichtingen en afdichtingsvlakken van de aansluitkast volgens de voorschriften zijn
geconfigureerd;
– De klemschroeven en eventueel voorhanden zijnde schroefklemmen zijn vast
aangetrokken, ook als ze ongebruikt zijn.
bevestigingsschroeven van het deksel vindt u in het hoofdstuk "Aantrekdraaimomenten
van schroefverbindingen (Pagina 151)".
SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8
Bedieningshandleiding 04/2015