5 CV-toestel installeren
5.8.2 Aansluiting van elektrische toebehoren en
interne bedrading
Afb. 5.12. Aansluiting van de thermostaten en toebehoren
De nodige aansluitingen op de elektronica van het CV-
toestel (bijv. bij externe thermostaten, buitenvoelers
e.d.) voert u als volgt uit.
> Leg de noodzakelijke leidingen naar het aansluitni-
veau in de schakelkast.
> Sluit de aansluitkabels overeenkomstig afb. 5.12 aan
op de betreffende ProE-stekkers of stekkerplaatsen
van de elektronica.
> Bij aansluiting van een weersafhankelijke tempera-
tuurregeling of kamertemperatuurregeling (aansluit-
klemmen voor continuregeling 7, 8, 9 of op de "Bus"-
klemmen) hoeft de brug tussen klem 3 en 4 niet te
worden verwijderd.
> Indien nodig, sluit u op dezelfde manier toebehoren
aan.
> Als er geen 230 V kamer-/klokthermostaat geplaatst
is, dient u de brug tussen klem 3 en 4 in de paarse
stekker te laten.
24
-
+
7
8
9
L
N
3
4
5
BUS
-
+
7
8
9
L
N
3
4
BUS
CV-pomp, vast toerental
> Sluit u de CV-pomp op de groene ProE-stekker op de
aansluitstrip aan.
Externe aanvoerthermostaat
> Sluit u een aanvoerthermostaat op de klemmen
"contactthermostaat" aan om deze b.v. ter beveiliging
van vloerverwarmingen elektrisch in de veiligheidske-
ten op te nemen.
Condenswatertransportpomp
> Sluit de alarmuitgang van een condenswatertrans-
portpomp op de stekker "contactthermostaat" aan.
i
Als meerdere contacten op de aansluiting
"contactthermostaat" worden aangesloten,
moeten deze in serie worden aangesloten,
niet parallel!
5
Installatiehandleiding ecoVIT exclusiv 0020077397_02