A Opnamen maken met het LCD-scherm
Het informatiedisplay
Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay
vernieuwd.
AF-modus
• d : Live-modus
• c : Live-modus met gezichtsherkenning
• f: Quick-modus
Transportmodus
Witbalans
Auto Lighting Optimizer (Auto
optimalisatie helderheid)
Opnamekwaliteit
Flitsbelichtings-
compensatie
AE-vergrendeling
Flitser gereed
Indicator belichtingsniveau/
Het histogram kan worden weergegeven wanneer [Bel.simulatie:
Inschakelen] is ingesteld (pag. 158).
U kunt de digitale horizon weergeven door op de knop <B> te drukken (pag. 266).
Als de AF-modus is ingesteld op [u Live-modus] of als de camera met een HDMI-
kabel op een tv is aangesloten, kan de digitale horizon niet worden weergegeven.
Als <g> wit wordt weergegeven, is de helderheid van het Live view-
beeld bijna gelijk aan de helderheid van de daadwerkelijke opname.
Wanneer <g> knippert, geeft dit aan dat de Live view-opname niet wordt weergegeven
met de juiste helderheid vanwege te donkere of te lichte lichtomstandigheden.
De belichtingsinstelling is zichtbaar in het daadwerkelijk opgenomen beeld.
Als de flitser wordt gebruikt of bulb is ingesteld, worden het pictogram
<g> en het histogram grijs weergegeven (ter referentie). Mogelijk wordt
het histogram bij weinig of juist heel fel licht niet goed weergegeven.
154
Sluitertijd
Beeldstijl
Diafragma
AEB-bereik
AF-punt (Quick-modus)
Vergrotingskader
Lichte tonen
prioriteit
ISO-snelheid
Maximumaantal opnamen
Histogram
Eye-Fi-
overdrachts-
status
FEB
AEB
Belichtings-
simulatie
Batterijniveau