Namen van onderdelen in het scherm Snel instellen
Beeldstijl (pag. 90)
Sluitertijd (pag. 114)
Opnamemodus* (pag. 20)
Belichtingscompensatie/
AEB-instelling (pag. 121)
Flitsbelichtingscompensatie
(pag. 132)
AF-modus (pag. 76)
AF-punt (pag. 78)
Meetmethode (pag. 119)
Functies met een sterretje kunnen niet worden ingesteld via het scherm Snel instellen.
Weergave met functie-instellingen
<0>
Witbalans (pag. 96)
Selecteer de functie in het scherm
Snel instellen en druk op <0>.
Het instellingenscherm van de functie
wordt weergegeven (met uitzondering
van de sluitertijd en het diafragma).
Draai aan het instelwiel <
om de instelling te wijzigen. Bij bepaalde
instellingen kunt u ook op de toets <U>
drukken om de instelling te wijzigen.
Druk op <0> om de instelling te
voltooien en ga terug naar het
scherm Snel instellen. Wanneer het
scherm <Q>, <
weergegeven, kunt u terugkeren naar
het scherm Snel instellen door op de
knop <M> te drukken.
Q Het scherm Snel instellen gebruiken
Diafragma (pag. 116)
Lichte tonen prioriteit* (pag. 255)
ISO-snelheid (pag. 88)
Transportmodus (pag. 81)
Digitale horizon (pag. 127)
Aangepaste bediening
(pag. 257).
Opnamekwaliteit (pag. 84)
Auto Lighting Optimizer
(Auto optimalisatie helderheid) (pag. 101)
> of <6>
5
> of <
> is
45