3.5
Zwenken
Bij manueel zwenken in bedrijfsmodus JOG worden functies ter beschikking gesteld die het
instellen, meten en bewerken van werkstukken met schuine, gezwenkte vlakken beduidend
eenvoudiger maken.
Wanneer u een schuine positie wilt instellen of corrigeren, worden de gewenste draaiingen
van het werkstukcoördinatensysteem over de geometrieassen (X, Y, Z) automatisch in de
juiste posities van de machinekinematica omgerekend.
Een andere mogelijkheid is de zwenkassen van de machine "rechtstreeks" te programmeren
en een bij de zwenkasposities passend werkstukcoördinatensysteem te genereren. Na het
zwenken staat de gereedschapsas (bij G17 Z) steeds loodrecht op het werkvlak (bij G17
XY).
In resettoestand en ook na een Power-On blijven de gezwenkte coördinaten behouden,
wanneer de machinegegevens door de machinefabrikant overeenkomstig werden ingesteld.
U kunt met deze instellingen na het afbreken van het programma, bijv. door het terugtrekken
in +Z-richting uit een schuine boring bewegen.
Belangrijke parameters
● TC - naam van het zwenkrecord
● Naar een veilige positie verplaatsen
Selecteer de veilige positie zodanig dat bij het zwenken geen botsing tussen het
gereedschap en het werkstuk kan plaatsvinden.
Frezen
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
Hier selecteert u het zwenkrecord.
Voor het zwenken van de assen kunt u het gereedschap naar een veilige positie
verplaatsen. Welke varianten voor het verplaatsen naar een veilige positie ter
beschikking staan, wordt bij de inbedrijfstelling van het zwenkrecord in de parameter
"Veilige positie" bepaald.
Het verplaatsen naar een veilige positie komt overeen met parameter _FR van
CYCLE800.
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant. Vanwege overige
zwenkrecords (bijvoorbeeld bij gereedschapswissel) kunnen andere varianten voor
het verplaatsen naar een veilige positie zijn vrijgegeven.
WAARSCHUWING
In handmatig bedrijf werken
3.5 Zwenken
139