7. Meten werkstuk
8. Meten werkstuk
9. Deelprogramma voor de nabewerking onder AUTO starten.
Tweede voorbeeld
Meten van werkstukken in gezwenkte toestand. Het werkstuk moet in X-richting worden
afgetast, hoewel de taster door een interfererende rand (bijv. door een klemstuk) niet in X-
richting tot tegen het werkstuk kan verplaatsen. M.b.v. een zwenk kan de meting in X-richting
in dat geval worden vervangen door een meting in Z-richting.
1. Werkstuk opspannen.
2. T,S,M
3. Zwenken manueel
4. Meten werkstuk
2.6.4
Elektronische werkstukmeettaster afijken (kalibreren)
Bij het vervangen van de elektronische meettaster in de spil treden in de meeste gevallen
opspantoleranties op. Die kunnen aanleiding geven tot fouten bij de metingen.
Bovendien moet u de schakelpunten van de meettaster met betrekking tot het midden van
de spil (triggerpunten) bepalen.
Daarom moet de elektronische meettaster eerst worden afgeijkt. Het afijken van de radius
gebeurt in een instelring (kalibreerring) of een boring; het afijken van de lengte gebeurt op
een vlak. De diameter van de instelring en de maat van het vlak in Z-richting (bij G17) moet
nauwkeurig bekend zijn; deze moet in het bijbehorende invoerveld worden ingevoerd bij het
afijken van de meettaster. De diameter en lengte 1 van de kogel van de werkstukmeettaster
moet in de gereedschapslijst zijn opgeslagen.
Frezen
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
"2 boringen" gebruiken om de draaiing en verschuiving in het XY-vlak te definiëren.
"Kant instellen Z" gebruiken om de verschuiving in Z te definiëren.
Het programma met Zwenk nul beginnen.
Meettaster vervangen en de gewenste nulpuntverschuiving activeren.
Bij zwenken "direct" de gewenste rondasposities of bij "per as" de gewenste draaiingen
invoeren (bijv. Y=90) en <CYCLE START> indrukken.
"Kant instellen Z" gebruiken: de gemeten verschuiving in Z wordt omgerekend en als X-
waarde in de gewenste nulpuntverschuiving ingevoerd.
Machine instellen
2.6 Werkstuknulpunt meten
85