Technologische functies programmeren (cycli)
8.1 Boren
8. Stap 4 tot 7 wordt zo vaak herhaald tot de geprogrammeerde eindboordiepte Z1 is
9. Het gereedschap wordt met ijlgang naar het terugtrekvlak verplaatst.
Procedure
Parameters G-codeprogramma
PL
Bewerkingsvlak
RP
Terugtrekvlak
SC
Veiligheidsafstand
Parameters
Beschrijving
Bewerkings-
Afzonderlijke positie
•
positie
Boring op geprogrammeerde positie boren.
(alleen bij G-
Positiepatroon
•
code)
Positie met MCALL
Z0 (alleen bij G-
Referentiepunt Z
code)
Bewerking
Ontspanen
•
Voor het ontspanen trekt de boor uit het werkstuk terug.
Spanen breken
•
Voor het spanen breken trekt de boor met terugtrekwaarde V2 terug.
Boordiepte
Schacht (boordiepte heeft betrekking op de schacht)
•
Er wordt zo diep ingedoken tot de boorschacht de geprogrammeerde waarde Z1
heeft bereikt. Daarbij wordt rekening gehouden met de hoek die in de
gereedschapslijst is opgegeven.
Punt (boordiepte heeft betrekking op punt)
•
Er wordt zo diep ingedoken tot de boorpunt de geprogrammeerde waarde Z1 heeft
bereikt.
296
bereikt.
1.
Het deelprogramma of ShopMill-programma dat moet worden bewerkt,
is gegenereerd en u bevindt zich in de editor.
2.
Druk op de softkey "Boren".
3.
Druk op de softkey "Diepgatboren".
Het invoervenster "Diepgatboren" wordt geopend.
mm
mm
Parameters ShopMill-programma
T
Gereedschapsnaam
D
Snijkantnummer
F
Voeding
S / V
Spiltoerental of constante
snijsnelheid
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
mm/min
mm/omw
Omw/min
m/min
Eenheid
mm
Frezen