Zwenken
Voor het instellen, meten en bewerken van werkstukken met schuine, gezwenkte vlakken
kunt u de functie Handmatig zwenken gebruiken (zie hoofdstuk "Zwenken (Pagina 139)").
Benaderen en verwijderen
Bij de bewerking van het werkstuk verplaatst u het gereedschap van de actuele positie
rechtreeks naar het startpunt van de bewerking. Na de bewerking wordt het gereedschap
weer rechtstreeks terug naar het startpunt verplaatst.
12.6.1
Boren met Handmatige machine
Voor het boren op de kop- of mantelvlak van een werkstuk staan u dezelfde technologische
functies (cycli) ter beschikking als bij Automatisch bedrijf:
Frezen
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
⇒
⇒
⇒
⇒
Werken met Handmatige machine
12.6 Complexere bewerkingen
527